Landstede Groep

8.3 geluidssterkte

Geluid hoofdstuk 8



geluidssterkte
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geluid hoofdstuk 8



geluidssterkte

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • Je kunt de eenheid van geluidssterkte benoemen en je weet met welk toestel je de geluidssterkte meet.
  • Je kunt uitleggen dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
  • Je kan rekenen met decibel

Slide 2 - Tekstslide

frequentie is hetzelfde als
A
amplitude
B
trilling
C
toonhoogte
D
trillingstijd

Slide 3 - Quizvraag

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 4 - Quizvraag

Een mens heeft een groter gehoorbereik dan de vleermuis
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het gehoorbereik (frequentiebereik) van mensen?
A
200 tot 20.000 Hz
B
20 tot 2.000 Hz
C
200 tot 2.000 Hz
D
20 tot 20.000 Hz

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Hard en zacht geluid
Vandaag gaat het over hoe hard of zacht een geluid klinkt.

Dit heeft niks met hoe laag of hoog een geluid is.

Slide 8 - Tekstslide

Geluid hard/zacht (1)
  • Geluiden zijn trillingen van de lucht.
  • Het aantal golven zegt iets hoe hoog het geluid is (bs 2)
  • Hoe hard het geluid is kan je zien aan de hoogte van de de golf
  • Een ander woord voor de hoogte van de golf  = amplitude

Slide 9 - Tekstslide

Geluid hard/zacht (2)
  • Sterkte van het geluid (volume) wordt uitgedrukt in decibel.
  • Afgekort als dB

Slide 10 - Tekstslide

De amplitude of volume
  • Op dit plaatje zie je wat ze met amplitude bedoelen.

Slide 11 - Tekstslide

Hard en zacht
  • Je ziet hier een hard en een zacht geluid.
  • Ze hebben allebeide dezelfde toon.
  • De tweede is zachter.

Slide 12 - Tekstslide

Amplitude of volume
Voorbeeldjes van geluid
  • plaatje 1 hoge toon (hard)
  • plaatje 2 lage toon (hard)
  • plaatje 3 lager dan plaatje 1 harder dan de overige
  • plaatje 4 zelfde toon als plaatje 3. Echter veel zachter qua geluid

Slide 13 - Tekstslide

Geluid en je oren (1)
  • Hoe harder het geluid des te groter wordt de drukgolf op je trommelvlies.

Slide 14 - Tekstslide

Geluid en je oren (2)
  • Hoe harder het geluid des te groter wordt de drukgolf op je trommelvlies.
  • Via je trommelvlies komt het via een 3 tal botjes bij je slakkenhuis

Slide 15 - Tekstslide

Het slakkenhuis
  • In het slakkenhuis zitten vloeistof en trilhaartjes
  • de trilhaartjes geven een signaal door naar de hersenen
  • is geluid te hard dan kunnen de trilhaartjes  afbreken (gehoorschade)

Slide 16 - Tekstslide

haarcellen (gehoorschade)

Slide 17 - Tekstslide

help ik hoor een pieptoon na een feest of optreden
  • trilharen  die afbreken in je slakkenhuis geven na afloop van teveel geluid een pieptoon
  • eenmaal afgebroken is het over en uit voor de afgebroken trilharen
  • soms gaat de pieptoon niet meer weg
  • gehoorschade is blijvend

Slide 18 - Tekstslide

geluidsterkte voorbeelden
  • Al het geluid boven de 80dB(A) kan schadelijk zijn
  • de duur dat je dit hoort is daarbij ook belangrijk

Slide 19 - Tekstslide

Andre Hazes
  • was doof op 53 jarige leeftijd
  • trad op zonder gehoorbescherming
  • kon door zijn gehoor beschadiging  zijn muzik- anten niet meer volgen

Slide 20 - Tekstslide

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade!

Slide 21 - Tekstslide

Gehoordrempel
  • Je kan een geluid pas horen als het boven een bepaalde grens (in decibel) komt
  • dat verschilt per toonhoogte

Slide 22 - Tekstslide

Pijngrens
  • Boven een bepaalde niveau gaat geluid pijn doen
  • dit verschilt per
    toonhoogte

Slide 23 - Tekstslide

Rekenen met decibel
2x zoveel geluid betekend  +3 dB
1/2x zoveel geluid betekend -3 dB
10x zoveel geluid betekend +10 dB
1/10 zoveel geluid betekend -10 dB

Slide 24 - Tekstslide

Welke grootheid van het geluid verandert als je harder op een blokfluit blaast?
A
Amplitude
B
Frequentie
C
Trillingstijd
D
Toonhoogte

Slide 25 - Quizvraag

DECIBEL
zegt iets over:
A
gehoorschade
B
geluidssterkte
C
gehoorapparaat
D
audicien

Slide 26 - Quizvraag

Vanaf hoeveel decibel heb je kans op gehoorschade?
A
100
B
150
C
80
D
190

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer 1 leerling praat is dat 40 dB
hoeveel dB is het wanneer er 4 leerlingen praten?

Slide 28 - Open vraag

Wanneer 20 leerlingen zacht praten is dat 50 dB
hoeveel dB is het wanneer er 1 leerling zacht praat?

Slide 29 - Open vraag

4 straaljager motoren maken 125 dB aan geluid, hoeveel geluid maakt 1 straaljager motor?

Slide 30 - Open vraag

Onthouden!  
Amplitude geeft aan hoe hard een geluid is  
De eenheid voor geluidsterkte is decibel (dB).  
Geluidsterkte meet je met een decibel-meter.  
De gehoordrempel is de geluidsterkte die je nog net kunt horen. 
De pijngrens is de geluidsterkte die pijn gaat doen aan je oren.

Slide 31 - Tekstslide