Landstede Groep

Voor wie zorgt de overheid?

Voor wie zorgt de overheid?
Tekst
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Voor wie zorgt de overheid?
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen :
  • .op welke manieren jij met de overheid in aanraking komt
  • drie vormen van sociale zekerheid noemen.
  • wat vergrijzing is en welke gevolgen dat heeft

Slide 2 - Tekstslide

Ook jij komt met de overheid in aanraking
  • bijv. speelplaats gemaakt door de gemente
  • jeugdhonk
  • misschien als je iets hebt gedaan wat niet mag (politie/bureau Halt)
  • bij je bijbaantje/ vakantiebaantje (regels/minimumloon)
  • aanvraag ID kaart/paspoort
Uitleg
Tekst

Slide 3 - Tekstslide

Voor wie zorgt de overheid?
Allereerst zorg je voor je zelf
De overheid zorgt ook voor ons
Dit gebeurt op allerlei manieren.
Uitleg
Tekst
Tekst

Slide 4 - Tekstslide

Zorgen voor jezelf
Soorten behoeften: 
Behoeften -> Alles wat je nodig hebt en/ of graag wilt hebben.

Wat zijn basisbehoefte?  Dat wat mensen nodig hebben om goed te kunnen (over)leven.

Overige behoeften: alle andere behoeften bv een verzekering of ID kaart. Deze behoeften worden soms door anderen bepaald. 


Als iedereen kan voorzien in zijn eigen behoeften, is de welvaart groot.

Slide 5 - Tekstslide

Voor iedereen
De overheid zorgt voor voorzieningen die voor iedereen zijn: bv. dijken, wegen, straatverlichting... Zo leef je in een veilige omgeving!  Politie, brandweer enz.

De overheid betaalt deze voorzieningen met het geld van de belasting.

Soms vraagt de overheid ook nog  extra bijdrage in de vorm van tol. Dan betalen de gebruikers extra. 

Voor de Westerscheldetunnel in Zeeland moet je tol betalen.

Slide 6 - Tekstslide

Hier en toen: De overheid zorgt voor je
  1. Rond 1850 bemoeide de overheid zich niet zo met haar burgers.

Na 1870  begon de industrialisatie (slechte arbeidsomstandigheden)
De overheid gaat zich meer met de mensen bemoeien.
-1874 Kinderwetje van Van Houten
-1901 Ongevallenwet

Volgens het kinderwetje mochten kinderen jonger dan 12 niet meer werken in fabrieken

Slide 7 - Tekstslide

De overheid zorgt voor je
Jaren ’30 economische crisis:
-Werkgelegenheidsproject: Afsluitdijk.

Na de Tweede Wereldoorlog wilde de overheid een bestaansminimum garanderen: verzorgingsstaat.
De overheid zorgde voor een vangnet voor alle burgers. 

Als je werkloos was in de jaren ’30, moest je twee keer per dag stempelen om een kleine uitkering te ontvangen. Foto uit 1931.

Slide 8 - Tekstslide

Zorgen voor elkaar
Er is in Nederland sociale zekerheid: een uitkering voor mensen die niet kunnen werken.

  • Werknemersverzekeringen voor mensen die werken: werkloosheid (WW) en arbeidsongeschiktheid (WIA). 
  •  Volksverzekeringen voor iedereen: ouderdom (AOW), kinderbijslag. 
  •  Sociale voorzieningen: bijstand (WWB), huurtoeslag, zorgtoeslag. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Vergrijzing

Slide 11 - Tekstslide

Filmpjes om thuis te kijken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wie betaalt dat allemaal?
De overheid ontvangt geld van de inwoners van Nederland. Zij betalen belasting en sociale premies.

  • Mensen die werken spreken met hun baas een brutoloon af.
  • Op je rekening ontvang je je nettoloon.
    Dat is je brutoloon - de loonheffing.
  • Loonheffing bestaat uit de loonbelasting en de premies voor de volksverzekeringen. 


Slide 14 - Tekstslide

Op je loonstrookje staat hoeveel loonheffing je betaalt.

Slide 15 - Tekstslide

De overheid beperkt en stimuleert
  • Accijns = extra belasting op ongezonde en milieuvervuilende producten. 
  • Op alle producten die worden verkocht, zit belasting op de toegevoegde waarde (btw). 

  • Subsidie = een bedrag dat je krijgt als beloning voor goed gedrag. 

Voor sigaretten betaal je veel accijns

Slide 16 - Tekstslide

Indirecte belasting 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Plannen van de regering
Op Prinsjesdag leest de koning de Troonrede voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het volgend jaar.

  • Rijksbegroting: overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid voor het volgend jaar. 
  • Als de overheid van plan is meer uit te geven dan ze denkt te ontvangen, is er een begrotingstekort
  • Als de overheid geld leent, ontstaat er een staatsschuld

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video