In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Programma
Vorige lessen
Rijk en arm in de Gouden Eeuw
Video: Heropvoedingskampen
Aan de slag
Terugblik
Slide 1 - Tekstslide
Leg aan de hand van een beeldkenmerk uit waarom dit schilderij past bij de Gouden Eeuw?
Slide 2 - Open vraag
Sleep de eigenschappen!
Oostzeehandel
VOC
WIC
Handel met Amerika
Slavenhandel
Kaapvaart
Handel in specerijen
Hout en graan
Handel met Azië
Plantage producten
Scandinavië en Rusland
Slide 3 - Sleepvraag
Sleep de eigenschappen!
Stadhouder
Raadspensionaris
Gewestelijke staten
Staten-Generaal
Voorzitter Staten-Generaal
Regenten van één gewest komen samen
Algemene vergadering van alle gewesten
Aanvoerder van het leger
Vind handel erg belangrijk
Neemt alleen besluiten over buitenlands beleid
Besluit over wetten, straffen en belastingen
Slide 4 - Sleepvraag
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Gouden Eeuw niet voor iedereen rijkdom betekende, terwijl anderen juist erg rijk werden.
Slide 5 - Tekstslide
In de Gouden Eeuw komt
er meer bevolking in de Republiek
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Meer bevolking betekent ook:
Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs
Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)
Slide 8 - Tekstslide
Waardoor groeit de bevolking van de Republiek? (oorzaken)
Slide 9 - Open vraag
De molengang, uitgevonden door Simon Stevin.
Gebruikt door Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het droogleggen van de Beemster
Slide 10 - Tekstslide
Rijk...
Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren
Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)
Slide 11 - Tekstslide
Video
De groei van de Grachtengordel
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
...en arm
Ambachtslieden en winkeliers: er hoefde maar iets te gebeuren, waardoor ze in de problemen kwamen. Bijvoorbeeld: stijging van broodprijzen
Meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam hadden geen vast werk en/of inkomen
In het oosten en noorden van Nederland kwam er nog veel meer armoede voor: mensen leefden vooral als 'kleine' boer. Voor hen leverde de handel niet zo veel op.
Slide 14 - Tekstslide
www.armoedefonds.nl
Slide 15 - Link
Armenzorg
Ongeveer 15% van de Amsterdamse bevolking leefde van de armenzorg
Armenzorg, via: kerk, gilde, de stad en soms rijken
Rasphuis/spinhuis: soort gevangenis waarin je tucht (=discipline en gehoorzaamheid) werd bijgebracht, door hard te werken
(Wilde beesten moet je temmen!)
Slide 16 - Tekstslide
Leg uit met een bronelement waarom dit schilderij met de armenzorg te maken heeft in de 17e eeuw
Slide 17 - Open vraag
Bekijk de bron hiernaast. Welk doel hadden de rijke burgers om de armen te helpen?
Slide 18 - Open vraag
Video
Wat is het doel van heropvoedingskampen in de Verenigde Staten
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Video
Wat is het doel van heropvoedingskampen in de Verenigde Staten?
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag
Open de doelenlijst via de studiewijzer op je laptop
Arceer of onderstreep de doelen in het leerboek.
Begin bij de doelen van 1.1 en werk richting 1.4
Klaar?
Lees de theorie van 1.4
Werk verder met: 1.4 opdrachten: 1, 3, 6, 9, 10, 12
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Gouden Eeuw niet voor iedereen rijkdom betekende, terwijl anderen juist erg rijk werden.
Slide 23 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 24 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 25 - Open vraag
➤Leg uit waarom Amsterdam en Antwerpen door
hun ligging belangrijke handelssteden konden worden.