Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
vraagzinnen
vraagzinnen
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Basisschool
Groep 5
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
vraagzinnen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Doel van de les
Je leert hoe je een vraagzin maakt.
Je leert wat de vraagwoorden zijn.
Slide 3 - Tekstslide
De zin start met het werkwoord
Loop jij naar school?
Drink jij koffie?
Ga jij naar de bioscoop?
Slaap jij op de bank?
De zin start met een vraagwoord
wie
wat
hoe
waar
waarom
wanneer
Slide 4 - Tekstslide
Het meisje koopt een ijsje.
A
Koopt ze een ijsje?
B
Ze koopt een ijsje?
Slide 5 - Quizvraag
De docent staat bij de bus.
A
Staat de docent bij de bus?
B
De docent bij de bus staat?
Slide 6 - Quizvraag
De jongens lopen hard.
A
Lopen de jongens hard?
B
Hard lopen de jongens?
Slide 7 - Quizvraag
Nu oefenen we zelf
maak van de zin een goede vraagzin.
Slide 8 - Tekstslide
De man werkt op het kantoor
Slide 9 - Open vraag
De meisjes lachen.
Slide 10 - Open vraag
Wij studeren Nederlands op school.
Slide 11 - Open vraag
Oefenen met de vraagwoorden
wie - wat - waar - waarom - wanneer - welke - hoe
Slide 12 - Tekstslide
____ heet je vader?
A
wie
B
wat
C
hoe
D
wanneer
Slide 13 - Quizvraag
____ tas is van jou?
A
wanneer
B
wie
C
waarom
D
welke
Slide 14 - Quizvraag
____huil je?
A
wie
B
waarom
C
waar
D
hoe
Slide 15 - Quizvraag
____doe je in de pauze?
A
wat
B
wie
C
welke
D
hoe
Slide 16 - Quizvraag
____begint de vakantie?
A
hoe
B
wanneer
C
wie
D
waar
Slide 17 - Quizvraag
Let op!
Als
je
of
jij
achter het werkwoord staat, gebruiken we
geen t
Jij loopt naar school. --> Loop jij naar school?
Jij bent een meisje. --> Ben jij een meisje?
Slide 18 - Tekstslide
Vraagzinnen met voorzetsel
AAN - OP - MET - BIJ - IN - NAAST - ....
Aan wie vroeg je de weg?
Met wie trouwt hij?
Voor wie doe je dat?
In welk lokaal hebben we les?
Op wie ben jij verliefd?
Slide 19 - Tekstslide
Woon je in Nederland?
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
Zwemt jij in het zwembad?
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quizvraag
Slaapt je broer in bed?
A
goed
B
fout
Slide 22 - Quizvraag
Lees jij een boek?
A
goed
B
fout
Slide 23 - Quizvraag
Leest je vriend een boek?
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quizvraag
Gaat jij naar het centrum?
A
goed
B
fout
Slide 25 - Quizvraag