Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Past simple (alleen regular verbs)
Good afternoon :-)
Good to see you!
Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag.
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Good afternoon :-)
Good to see you!
Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag.
Slide 1 - Tekstslide
Today's lesson
At the end of this class I...
know how to use the past simple!
Slide 2 - Tekstslide
Today's programme
- Past simple: LessonUp
- Check homework
- Study Words 2.2 (page 66)
- Do exercise 14,15 (page 67)
- Blooket Words 2.2
- Homework for Monday: do ex. 20,21,22 (page 71)
Slide 3 - Tekstslide
Past simple
Slide 4 - Tekstslide
Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.
The past simple is what in Dutch is called the verleden tijd.
Slide 5 - Tekstslide
Regular Verbs
After a regular verb you put -ed'
I walk -> I walked
He walks -> He walked
They walk -> They walked
Slide 6 - Tekstslide
Regular Verbs Spelling
Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie:
I carry - I carried
Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:
I play - I played
Slide 7 - Tekstslide
Regular Verbs Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
Slide 8 - Tekstslide
Past Simple - Signal word
In Dutch
signal words
are called
'signaal woorden'
These word help you to see if something happened in the past
yesterday
last week
ten minutes ago
in 2007
Slide 9 - Tekstslide
You use a past simple when...
A
something will happen in the future
B
something happens every day
C
something happened in the past and is finished
D
something didn't happen yet.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord van de verleden tijd?
A
tomorrow
B
always
C
ago
D
now
Slide 11 - Quizvraag
Choose the correct Past Simple form:
NEC ....... young PSV last week. (defeat)
A
defeat
B
defeated
C
defeats
D
defeateds
Slide 12 - Quizvraag
Choose the correct Past Simple form:
Nancy ....... with her friends yesterday.
A
plays
B
played
C
plaied
D
did played
Slide 13 - Quizvraag
Past simple:
I _____ (study) very hard yesterday.
A
study
B
studyed
C
studies
D
studied
Slide 14 - Quizvraag
Past simple:
You _____ (clean)
A
clean
B
cleans
C
cleaned
Slide 15 - Quizvraag
Past simple:
He _____ (stop)
A
stop
B
stops
C
stoped
D
stopped
Slide 16 - Quizvraag
past simple:
You ...... very hard.
A
try
B
tries
C
tried
D
tryed
Slide 17 - Quizvraag
What is the past tense of: Work
A
works
B
worked
C
working
D
worked
Slide 18 - Quizvraag
What is the past tense of: Help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd
Slide 19 - Quizvraag
What is the past tense of: Study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied
Slide 20 - Quizvraag