Landstede Groep

second conditional

Conditionals
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Conditionals

Slide 1 - Tekstslide

Zero Conditional
Het gaat hierbij om gewoontes en feiten:

Slide 2 - Tekstslide

which one is zero conditional?
A
If you throw up, your breath stinks
B
If you throw up, your breath will stink

Slide 3 - Quizvraag

Welke van deze zinnen is een 'zero conditional'?
A
Ice melts if you heat it.
B
If water reaches a 100 degrees, it boils.
C
If it rains, the grass gets wet.
D
All the answers are correct.

Slide 4 - Quizvraag

Finish the conditional sentence:
If I run out of ink,
A
... the printer stops printing my files.
B
... the printer will stop printing my files.

Slide 5 - Quizvraag

first conditional






Het gaat hierbij om mogelijke / waarschijnlijke dingen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Je gebruikt een First Conditional als iets ...... gaat gebeuren.
A
waarschijnlijk
B
niet waarschijnlijk
C
helemaal zeker
D
misschien

Slide 8 - Quizvraag

Choose the First Conditional
A
She'll miss the bus if she doesn't leave soon.
B
When water reaches 100 degrees, it boils.
C
If I met the Queen of England, I would say hello.
D
She would travel all over the world if she were rich.

Slide 9 - Quizvraag

(1st Conditional)
I _______ you back if I _____ more news
A
called - have
B
had called - had
C
will call - have
D
will call - would have

Slide 10 - Quizvraag

Zero conditional
First conditional
Feiten, algemene waarheden
Mogelijke of waarschijnlijke situaties in de toekomst

Slide 11 - Sleepvraag

If + present simple - present simple 
If + present simple - toekomende tijd met will (of soms going to) 

Zero conditional
First conditional

Slide 12 - Sleepvraag

Vrij waarschijnlijk
Onwaarschijnlijk
Meeting Donald Trump 
Meeting a teacher at school 
Winning the lottery
Forgetting your homework

Slide 13 - Sleepvraag

Second Conditional

Slide 14 - Tekstslide

Gebruik
Je gebruikt de second conditional om te praten over dingen in de toekomst die zeer onwaarschijnlijk of op dit moment zelfs onmogelijk zijn. 

Als dit zou gebeuren (maar het gebeurt niet) dan zou ik dat doen. 

If I won the lottery, I would buy an island 
If I met my favourite singer, I would ask for a picture. 
If I worked harder, I would get better grades. 

Slide 15 - Tekstslide

Vormen 
Type
Bijzin met if / unless (voorwaarde) 
Hoofdzin 
(Gevolg) 
Gebruikt voor 
0-conditional
Present simple
Present simple
Feiten, algemene waarheden
1-conditional
Present simple
will + hele werkwoord 
Waarschijnlijke situaties in toekomst. 
2-conditional
Past simple
Would + hele werkwoord 
Onwaarschijnlijke of onmogelijke situaties in de toekomst.

Slide 16 - Tekstslide

Je gebruikt een Second Conditional als iets ...... gaat gebeuren.
A
waarschijnlijk
B
niet waarschijnlijk
C
helemaal zeker
D
misschien

Slide 17 - Quizvraag

Second conditional:
If he ... (arrive) earlier, it ... (be) less stressful.
A
arrive / will be
B
will arrive / is
C
arrived / would be
D
would arrive / were

Slide 18 - Quizvraag

Pick the Second Conditional sentence.
A
If Julie doesn't wear a hat, she gets sunstroke.
B
If Julie wears a hat, she will be protected from the sun.
C
If Julie wore a hat, she wouldn't get sunstroke.
D
If Julie had worn a hat, she wouldn't have gotten sunstroke.

Slide 19 - Quizvraag

Second conditional:
If I ... (inherit) a billion euros, I ... (travel) to the moon.
A
inherit / will travel
B
will inherit / travel
C
inherited / would travel
D
would inherit / traveled

Slide 20 - Quizvraag

Second Conditional:
If he ... (have) a beard, he ... (look) older.
A
would have, would look
B
didn't have, would look
C
had had, would have looked
D
had, would look

Slide 21 - Quizvraag

Second Conditional:
I ... (not - eat) that, if I ... (be) you!
A
wouldn't eat, were
B
didn't eat, would be
C
won't eat, were
D
wouldn't eat, was

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video