Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Modalverben üben
Vervoeging Modalverben
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo
Leerjaar 2-4
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vervoeging Modalverben
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Ezelsbrug
D
e
K
las
M
oet
M
aar
S
nel
W
eg
W
ezen
Slide 4 - Tekstslide
Sleep
elke letter van idewis naar de juiste persoonlijke voornaamwoorden....
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
i
d
e
w
i
s
Slide 5 - Sleepvraag
Vertaal het werkwoord
en zet het in de goede vorm
Slide 6 - Tekstslide
Ich (können, tt) ……………. dir helfen.
Slide 7 - Open vraag
Er(wissen, tt) …….. noch nicht so viel.
Slide 8 - Open vraag
Wir (wollen, tt) ……… dich nicht stören.
Slide 9 - Open vraag
Du (dürfen, tt) ……… heute früher nach Hause gehen.
Slide 10 - Open vraag
Er (müssen, tt) …….. zeitig aufstehen.
Slide 11 - Open vraag
Ihr (können, tt) …… es nicht sehen.
Slide 12 - Open vraag
Er (wollen, tt) ……. nachher einkaufen gehen.
Slide 13 - Open vraag
Ich (dürfen, tt) ……. es euch nicht sagen.
Slide 14 - Open vraag
Du (sollen, tt) …….. den Abwasch machen.
Slide 15 - Open vraag
Ihr (sollen, tt) ……... eure Hausaufgaben machen.
Slide 16 - Open vraag
Vertaal het werkwoord
en zet het in de goede vorm
Slide 17 - Tekstslide
Ich (weten, tt) ……... eure Hausaufgaben machen.
Slide 18 - Open vraag
Wir (willen, tt) ……... unsere Hausaufgaben machen.
Slide 19 - Open vraag
Paul (moeten, tt) ……... sein Zimmer aufräumen, sagte Mutter.
Slide 20 - Open vraag
Ihr (mogen, tt) ……... nicht ohne Mundmaske im Supermarkt gehen.
Slide 21 - Open vraag
Du(mogen, tt) ……... immer so spät nach Hause kommen, so cool!
Slide 22 - Open vraag
Monika (kunnen, tt) ……... sehr gut Deutsch reden.
Slide 23 - Open vraag
(kunnen, tt) ……... Ihre Mutter auch gut Deutsch, Herr Maier?
Slide 24 - Open vraag
Zoek de juiste vormen van het werkwoord
mögen
bij elklaar!
Er blijven twee vormen over!
ich du er sie es wir ihr sie Sie
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
magst
mag
mögen
mögst
möge
mögen
mögt
mag
Slide 25 - Sleepvraag
dürfen betekent ….?
( je hebt toestemming van iemand nodig)
A
B
mogen
C
durven
Slide 26 - Quizvraag
müssen betekent...?
( het kan niet anders)
A
moeten
B
mogen
Slide 27 - Quizvraag
können betekent...?
( in staat zijn iets te doen)
A
kunnen
B
kennen
Slide 28 - Quizvraag
sollen betekent...?
( de wil van iemand anders)
A
zullen
B
moeten
C
mogen
Slide 29 - Quizvraag
mögen betekent..?
A
leuk vinden, lusten, van houden
B
mogen
C
durven
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Hoe goed begrijp je de grammatica van de modale werkwoorden?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Poll
www.hangmanwords.com
Slide 33 - Link
www.hangmanwords.com
Slide 34 - Link