Landstede Groep

week 3

Doel van de les
Aan het eind van de les weet je wat de imperfecties van het minimumloon met zich mee nemen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Aan het eind van de les weet je wat de imperfecties van het minimumloon met zich mee nemen

Slide 1 - Tekstslide

Het minimumloon
De overheid vindt dat het evenwichtsloon voor jongeren veel te laag is. Werkgevers wordt verplicht om niet lager te gaan dan €2,90. Werkgevers vinden dit te hoog en werkzoekenden zijn blij. 

Slide 2 - Tekstslide

de arbeidsmarkt
Aa het arbeidsaanbod. Werkenden en werkzoekenden
Av de arbeidsvraag. Werkenden en vacatures

Slide 3 - Tekstslide

Aa=Av het evenwichtsloon
Aa>Av werkloosheid. Kenmerken uitkeringen, premies werkenden omhoog, overheidsuitgaven omhoog.
Av>Aa krappe of overspannen arbeidsmarkt. Kenmerken hoge lonen, loonkosteninflatie, prijzen van goederen omhoog, export komt in gevaar want NL wordt duur, slecht voor werkgelegenheid.

Slide 4 - Tekstslide

maak opdracht 3.5

Slide 5 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het eind van de les weet je wat belastingen tot gevolg hebben voor de consument en producent

Slide 6 - Tekstslide

belasting
Directe belasting: loon en inkomstenbelasting
Indirecte belasting: * accijns (doel is dat wij minder gaan kopen van bepaald product alcohol tabac)
* Btw (belasting over de toegevoegde waarde)

Slide 7 - Tekstslide

surplus en welvaartsverlies
Btw en accijns zorgen voor prijsverhogingen. Een tarief van 20% btw zorgt in veel gevallen dat je dus 1/5 deel van wat je afrekent naar de overheid gaat. De winkelier is overigens niet verplicht de btw door te berekenen. Als hij het niet doorberekent dan moet hij het zelf betalen. (dus de meeste zullen wel doorberekenen)

Slide 8 - Tekstslide

welvaartsverlies
Btw zorgt dus voor prijsverhogingen.
De ondernemer ziet het als een vorm van marginale kosten.
Btw zorgt voor afname van afname van de aangeboden hoeveelheid.
De aanbodlijn verschuift naar links.
Hierdoor neemt het consumentensurplus af. 
Hierdoor neemt ook het producentensurplus af.
Door deze afname spreken we van welvaartsverlies

Slide 9 - Tekstslide

we pakken figuur 3.8 en 3.9 er bij

Slide 10 - Tekstslide

maak opdracht 3.7 t/m 3.14

Slide 11 - Tekstslide