Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Interrogative Pronouns
Interrogative
Pronouns
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Interrogative
Pronouns
Slide 1 - Tekstslide
Present simple
Wat weet je nog?
Slide 2 - Woordweb
Wat is de shit-naamregel?
oftewel: wat is de regel voor de present simple?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn de spellings uitzonderingen voor de present simple? geef een voorbeeld.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Vragende voornaamwoorden
Slide 7 - Tekstslide
Uitleg ...
Een vragend voornaamwoord verwijst naar een persoon of een ding en 'vraagt' daar iets over.
Bijvoorbeeld:
Waarom
is
hij
altijd te laat op school?
Wanneer
is
het schoolfeest
?
Slide 8 - Tekstslide
Uitleg ...
wie
wh
o
wat
wh
at
waar
wh
ere
wanneer
wh
en
waarom
wh
y
welk(e)
wh
ich
hoe
h
o
w
Slide 9 - Tekstslide
timer
2:00
why
who
how
where
What
Slide 10 - Sleepvraag
____ are you doing today?
A
Why
B
Where
C
Who
D
How
Slide 11 - Quizvraag
____ colour do you like better: green or blue?
A
Which
B
What
C
How
D
Where
Slide 12 - Quizvraag
____ did you put my bag? I can't find it!
A
Why
B
How
C
Where
D
What
Slide 13 - Quizvraag
Tijd
Plaats
Ding (onbeperkt)
Persoon
Ding (beperkte keuze)
Manier
Where
How
When
What
Who
Which
Slide 14 - Sleepvraag
……………………. did you dance with at the birthday party?
Slide 15 - Open vraag
…………………………. language did he use at the speech, English or French?
Slide 16 - Open vraag
Tasks!
Do exercise: 56-61
Slide 17 - Tekstslide