Landstede Groep

*Spelling H1, vwo 3

Trema
Een trema gebruik je:
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Trema
Een trema gebruik je:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trema
Een trema gebruik je om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: 
- calorieën, poriën, reünie

Daarnaast gebruik je een trema in leenwoorden: 
patiënt, fröbelen
In het Duits heet een trema een Umlaut. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apostrof
Een apostrof gebruik je in de volgende 4 gevallen: 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apostrof
Een apostrof gebruik je in de volgende gevallen: 
- om uitspraakproblemen te voorkomen --> jury's, zebra's (maar wel jockeys)
- als weglatingsteken: 's morgens, 's-Gravenhage, Thomas' pet 
- in meervouden en afleidingen van afkortingen: cd's, sms'en 
- in verkleinwoorden die eindigen op -y : baby'tje (maar wel cowboytje) 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accenten
Er zijn drie accenten. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accenten
Er zijn drie accenten. De accenten komen alleen voor op de letter -e: 
- accent aigu: café
- accent grave: carrière
- accent circonflexe: enquête 

Het accent aigu wordt soms gebruikt om de klemtoon aan te geven: 
- Dat is dé manier om het goed te doen. 
- Zij heeft geen twéé dochters, maar drie. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cedille
Een cedille vind je soms onderaan de letter

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cedille
Een cedille vind je soms onderaan de letter -c. Het zorgt ervoor dat de letter klinkt als een -s. 
- Curaçao, reçu 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling §2 en §3 
- trema
- apostrof
- accenttekens
- cedille 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Na de les kan je: 
- trema's, apostrofs, accenten, cedilles goed toepassen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
buiig
B
buiïg

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
efficient
B
efficiënt

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
egoist
B
egoïst

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
financien
B
financiën

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
gearriveerd
B
geärriveerd

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
geirriteerd
B
geïrriteerd

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
gelinieerd
B
geliniëerd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
knackebrod
B
knäckebröd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
poezie
B
poëzie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
varieren
B
variëren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm is goed?
A
vergroeiing
B
vergroeïing

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regel met of zonder n
1. 

2.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben honderd leerlingen. Sommige(n) lunchen op school.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meeste(n) studenten komen op tijd, maar sommige(n) helaas niet
A
meesten, sommigen
B
meeste, sommigen
C
meesten, sommige
D
meeste, sommige

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel havoërs zijn geslaagd en sommige(n) zelfs met een acht gemiddeld.
A
sommige
B
sommigen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van die struiken wil ik er wel enkele(n) in mijn tuin.
A
enkelen
B
enkele

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De treinreizigers waren boos op de NS en sommige(n) eisten een schadevergoeding.
A
sommige
B
sommigen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van die krentenbollen zou ik er beste enkele(n) lusten.
A
enkele
B
enkelen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er staan?
Sommige(n) hebben de toets niet goed gemaakt.
A
sommige
B
sommigen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van de beren waren enkele(n) ondervoed.
A
enkele
B
enkelen

Slide 30 - Quizvraag

enkele
Met of zonder -n?
Enkele(n) hebben het huiswerk niet gemaakt.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk


H1 Sp opdr. 1-5, 8-12 (blz. 37 ev)  

Extra herhaling:
H1 Startopdracht, opdr. 6 (blz. 36 ev) 
Extra verdieping:
H1 opdr. 7 (blz. 38) 










Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies