Landstede Groep

3.1 én 3.10 genetische modificatie

Doelen
Je weet wat een genoom is en kunt uitleggen hoe dit kan veranderen door toevallige mutaties of menselijk ingrijpen.

Je kent mogelijke oorzaken en gevolgen van mutaties

Je kent een aantal toepassingsmogelijkheden van genetische modificatie.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Doelen
Je weet wat een genoom is en kunt uitleggen hoe dit kan veranderen door toevallige mutaties of menselijk ingrijpen.

Je kent mogelijke oorzaken en gevolgen van mutaties

Je kent een aantal toepassingsmogelijkheden van genetische modificatie.

Slide 1 - Tekstslide

Genoom
alle genen op alle 46 chromosomen samen

Slide 2 - Tekstslide

genoom
alle genen op alle 46 chromosomen samen

Slide 3 - Tekstslide

mutatie
wijziging in genetische informatie t.o.v. normaal

positief: nieuwe eigenschap
negatief: ziekte / dood
neutraal: geen effect

door: mutagene stof / straling

Slide 4 - Tekstslide

Het syndroom van Down
genoommutatie:
aantal chromosomen anders

Slide 5 - Tekstslide

chromosoom
mutaties

Slide 6 - Tekstslide

gen
mutatie

Slide 7 - Tekstslide

leg uit waardoor in een gen een base minder, meer effect heeft, dan het wijzigen van een base in het DNA.

Slide 8 - Open vraag

wat kan er volgens jou allemaal met genetische modificatie?

Slide 9 - Open vraag

ingredienten Gentechnologie
Gentechnologie: bewust veranderen van DNA
transgeen: organisme met ingebouwd DNA van ander organisme
knip- en plakenzymen: moleculaire 'schaartjes' en 'lijm' waarmee je DNA kunt bewerken 

Slide 10 - Tekstslide

genetische modificatie
BINAS 71 M
bacterie neemt zelf plasmide op

Slide 11 - Tekstslide

1) transformeer Agrobacterium zoals vorige dia, 
2)de agrobacterium bouwt DNA in bij de plant.

Slide 12 - Tekstslide

gentherapie: modificatie menselijk DNA mbv virussen

Slide 13 - Tekstslide

bestudeer in je boek naar 3.10.1, 3.10.2 en 3.10.4. Noteer hier de overeenkomsten tussen de technieken. Wat verschilt er? 2-tallen

Slide 14 - Open vraag

CRISPR-CAS
nobelprijs in 2020

sneller
gerichter
meerdere genen tegelijk
vaker succes

Slide 15 - Tekstslide

dieren kloneren
dolly: 1996

sindsdien vaker gelukt

waarom is gekozen voor verschillende rassen kerndonor/celdonor?




Slide 16 - Tekstslide

zou je een biefstuk van een gekloonde koe eten?
A
ja hoor, waarom niet?
B
als er niks anders was misschien
C
liever niet
D
nooit van m'n leven

Slide 17 - Quizvraag

cellen kloneren
geproduceerde antistoffen worden gebruikt voor inentingen 
(niet vaccins!)

of voor bloedonderzoek (diagnose)

Slide 18 - Tekstslide

huiswerk

toetsvragen 3.10

Slide 19 - Tekstslide