Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
H5 Rondkomen
H5 Rondkomen
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H5 Rondkomen
Slide 1 - Tekstslide
Uitgaven
Prioriteiten (kiezen wat het belangrijk is)
Verbruiksgoederen
Duurzame gebruiksgoederen
Vaste uitgaven, Incidentele uitgaven
Huishoudelijke uitgaven, Persoonlijke uitgaven
Verbruik: 1x gebruiken (eten, schoonmaakmiddel)
Gebruik: meerdere keren (bord, bezem)
Slide 2 - Tekstslide
Een flesje handzeep is
A
Huishoudelijke uitgave
B
Incidentele uitgave
C
Verbruiksgoed
D
Duurzaam gebruiksgoed
Slide 3 - Quizvraag
Een laptop is
A
Huishoudelijke uitgave
B
Incidentele uitgave
C
Verbruiksgoed
D
Duurzaam gebruiksgoed
Slide 4 - Quizvraag
Prioriteiten zijn
A
Wat je als eerste koopt
B
Wat je het belangrijkst vindt
C
Wat het duurste is
D
Wat je het liefste wil
Slide 5 - Quizvraag
Nora wil over 18 maanden op vakantie. Dat kost haar € 1.800. Zij heeft nu op haar spaarrekening € 900. Hoeveel moet zij nog elke maand sparen?
A
€ 100
B
€ 25
C
€ 50
D
€ 90
Slide 6 - Quizvraag
Bert heeft per week € 30 te besteden aan uitgaan. Hoeveel is dat per maand?
A
€ 130
B
€ 120
C
€ 125
D
€ 6,93
Slide 7 - Quizvraag
Een budget is een vast bedrag voor een bepaalde soort uitgave
Van een budget heb je geld over of tekort
Als je over hebt kun je gaan sparen.
Waarom sparen mensen?
Grote uitgave
Rente
Voorzorg (incidentele uitgave)
Sparen op een spaarrekening:
Veilig en je ontvangt rente
Slide 8 - Tekstslide
Heb je steeds geld tekort?
Geef je meer uit dan je budget?
Opnieuw je budgetten aanpassen
Budgetteren
(inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen)
Bezuinigen:
Goedkoper alternatief
Uitstellen
Schrappen (niet meer kopen/doen)
Ook als je meer gaat verdienen
Bijvoorbeeld meer budget voor vaste lasten en minder naar persoonlijke uitgaven.
Slide 9 - Tekstslide
Op je vaste lasten kan je niet bezuinigen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Als je wilt bezuinigen moet je ook minder gaan sparen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Lenen
Voordeel: Gelijk je aankoop doen!
Nadeel: rente betalen en
(terugbetalen lening gedurende langere periode)
Wat je elke maand terugbetaald aan de bank is de
termijn
Rente + aflossing per maand
Lening € 4.000
Rente € 800
Looptijd 24 maanden
Termijn is dan 4.000+800=4.800 : 24 = € 200
Slide 12 - Tekstslide
Lening van € 6.000
Rente is 6% per jaar
Hoeveel betaal je aan rente in 1 jaar?
A
€ 600
B
€ 360
C
€ 36
D
€ 60
Slide 13 - Quizvraag
Anke heeft een lening voor de reparatie van haar auto en betaald hiervoor € 80 per maand aan de bank
A
Incidentele uitgaven
B
Vaste uitgaven
Slide 14 - Quizvraag
Levensloop
Eerste baan
Samenwonen
Kinderen krijgen
Studie van kinderen
Kinderen het huis uit
AOW en pensioen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat gebeurd er in de meeste gevallen met het spaargeld als mensen met pensioen gaan?
A
Stijgt
B
Blijft gelijk
C
Daalt
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide