Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
2C/2E 16-11
2C/2E 17-11
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Middelbare school
vmbo k
Leerroute VK
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2C/2E 17-11
Slide 1 - Tekstslide
GRAMMAR
Slide 2 - Tekstslide
Bezit
S
Nederlands
iets
is van
iemand
(
personen
&
dieren
)
Tim
s
fiets
.
De
kat
s
snorharen
.
Het zijn
Piet
s
kleren
.
vaste
s
in het Nederlands
Slide 3 - Tekstslide
Bezit
's
Engels
personen
en
dieren
in enkelvoud & meervoud (niet eindigend op -s)
Tims
fiets
.
-
Tim
's
bike
.
De
kats
snorharen
. -
The
cat
's
whiskers
.
Het zijn
Piet
s
kleren..
- They are
Pete
's
clothes
.
Slide 4 - Tekstslide
Jill is my ...... friend.
(de vriend van mijn zus)
A
sister's
B
sisters
C
sisters'
Slide 5 - Quizvraag
This is ...... car.
(Dit is de auto van Hannah)
A
Hannahs
B
Hannahs'
C
Hannah's
Slide 6 - Quizvraag
Bezit
'
Engels
personen
en
dieren
in meervoud die eindigen op -s alleen een komma!
Mijn
ouders
huis
.
-
My parents
'
house
.
Het feest
van zijn
broers
.
-
His brothers
'
party
.
(
Het feest
van zijn
broer
. -
His brother
's
party
.)
Slide 7 - Tekstslide
The ...... (mv) necks are long.
A
giraffes
B
giraffe's
C
giraffes'
Slide 8 - Quizvraag
These are our ...... (mv) cats.
A
friend's
B
friends'
C
friends
Slide 9 - Quizvraag
An ...... (ev) ear is very big.
A
elephants
B
elephant's
C
elephants'
Slide 10 - Quizvraag
My best ...... (ev) wedding.
A
friends
B
friend's
C
friends'
Slide 11 - Quizvraag
My best ...... (mv) wedding.
A
friends
B
friend's
C
friends'
Slide 12 - Quizvraag
Where is the ...... shower?
A
ladies
B
ladies'
C
ladies's
Slide 13 - Quizvraag
End of this lessonup
Slide 14 - Tekstslide
What are we going to do?
Do exercise 8 / 12 paragraph 2.4
Done? Test yourself/quizlet
Slide 15 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Slide 16 - Tekstslide
Aan het einde van de les kan je
De trappen van vergelijking benoemen.
De trappen van vergelijking kunnen toepassen in een zin.
Slide 17 - Tekstslide
Basisregel
- Vergrotende trap: woord +
-er
-
Overtreffende trap
: woord +
-est
old
old
er
old
est
Slide 18 - Tekstslide
-er / -est
Bij woorden van
één lettergreep
gaan de trappen als volgt:
big - bigg
er than
-
the
bigg
est
tall - tall
er
than
-
the
tall
est
white - whit
er than
-
the
whit
est
Slide 19 - Tekstslide
more / most
Bij woorden van
twee of meer lettergrepen
gaan de trappen als volgt:
beautiful /
more
beautiful
than
/
the most
beautiful
interesting /
more
interesting
than
/
the most
interesting
stunning /
more
stunning
than
/
the most
stunning
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Words with 3 or more syllables
(Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap:
more
-
Overtreffende trap
:
most
expensive
more
expensive than
the most
expensive
Slide 22 - Tekstslide
Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
Tall?
A
taller-tallst
B
taller-tallest
C
more tall-most tall
D
tallier-talliest
Slide 23 - Quizvraag
Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
bigger - biggest
B
more big - most big
C
biger - bigest
D
bigier - bigiest
Slide 24 - Quizvraag
Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?
A
easier - easiest
B
more easy - most easy
C
easyer - easyest
D
easyr - easyst
Slide 25 - Quizvraag
Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
famous?
A
famouser- famousest
B
more famous- most famous
C
famousser - famoussest
D
more famouser - most famousest
Slide 26 - Quizvraag
Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
incredible?
A
incredibler- incrediblest
B
more incredibler - most incrediblest
C
incredibleer - incredibleest
D
more incredible - most incredible
Slide 27 - Quizvraag
Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
important?
A
importanter -importantest
B
more important - most important
C
more importanter - most importantest
D
importantly - importantliest
Slide 28 - Quizvraag