In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 14 videos.
Programma les 1
Par. 2.1
- Absentie
- Lesdoelen
- Journaal
- Lezen 2.1
- Verwerking: 2.1 maken: 2, 4, 5 en 6
- Afsluiting & terugkoppeling lesdoelen
Lesdoelen les 1
Par 2.1
- Ik ken de term interbellum en kan dit begrip uitleggen
- Ik ken het begrip consumptiemaatschappij en kan in eigen woorden uitleggen waarom Amerika in die tijd een consumptiemaatschappij was
-Ik kan uitleggen wat de Beurskrach van 1929 inhoudt en welke gevolgen dit had voor Amerika en West-Europa
-Ik kan uitleggen op welke manier de Amerikaanse overheid de crisis te lijf ging
- Ik kan ook uitleggen wat de economische crisis met de consumptiemaatschappij te maken had
- Absentie
- Lesdoel
- Opdracht - zie stencil
- Afsluiting & terugkoppeling lesdoel
- Ik kan uitleggen in welk jaar de Beurskrach uitbrak en welke oorzaken en gevolgen dat had
-Ik kan uitleggen wat de New Deal inhield van Roosevelt
Programma les 1
Par. 2.2
- Absentie
- Lesdoelen
- Link met nu
- Filmpje 2.2
-Opdrachten 2.2
- Afsluiting & terugkoppeling lesdoelen
- Ik kan uitleggen wie Mussolini was, waar hij leider van was en hoe hij aan de macht is gekomen
- Ik kan uitleggen welk verband er bestaat tussen zijn opkomst en de situatie in Europa na 1918
- Ik kan uitleggen wat het fascisme inhoudt en welke kenmerken daarbij horen
Programa les 2
Par. 2.2
- Absentie
- Lesdoelen
- Lezen 2.2
- Verwerking: maken 2.1, 2.2: 1, 2, 6 en 8
- Afsluiting & terugkoppeling lesdoelen
- Ik kan uitleggen wat het communisme inhoudt en wat kenmerken daarvan zijn
- Ik kan uitleggen wat een totalitaire staat is en waarom het communisme en fascisme totalitair zijn.
- Ik kan uitleggen waarom collectivisatie, planeconomie en zuiveringen bij de politiek van Stalin hoorde en kan uitleggen waarom hij zo handelde
Aantekening
Communisme:
Totalitaire staat, totale gelijkheid,
planeconomie, alles in handen van de staat (collectivisatie) (extreem links,
rode kleur)
Fascisme:
Totalitaire staat, anti-democratisch,
leidersprincipe (een sterke leider) en zeer nationalistisch (extreem-rechts)
Nationaal-socialisme:
Totalitaire staat, hetzelfde als fascisme
maar dan + rassenleer (extreem-rechts)
Totalitaire staat:
Staat beheerst de hele maatschappij, incl
het dagelijks leven. ‘Alles voor de staat, niets buiten de staat, niets tegen
de staat’ aldus Mussolini.
Er is sprake van indoctrinatie en propaganda
(hersenspoelen en systematisch eenzijdige informatie geven)
- Zie stencil
-- Maak je alleen of in tweetallen
- Bespreken
- Absentie
- Lesdoelen
- Journaal
-Nakijken 2.2 (1, 2, 6 en 8)
- Lezen par 2.3 A
- Filmpje Hitler
- Verwerking: maken opdr: 1, 2, 3, 4, 6 en 8
- Afsluiting & terugkoppeling en lesdoelen
-Ik kan uitleggen waarom de Republiek van Weimar van meet af aan te maken had met problemen en daar kan ik 2voorbeeld en geven
- Ik kan uitleggen wat de dolkstootlegende inhoudt
- Ik kan uitleggen welke groep(en) de schuld kreeg(kregen) van de chaos in de beginjaren van de Republiek
-Ik kan uitleggen waarom er na 1923 een periode van herstel op gang kwam en tot welk jaar die voorspoed voortduurde
- Ik kan uitleggen welke oorzaken die crisis van 1923 had
- Ik kan uiteggen op welke wijze de partij van Hitler kon profiteren van de crisis na 1929
- Absentie
-Journaal
- Nakijken opdrachten
-Lesdoelen
-Samen lezen 2.3B
- Filmpje Duitsland onder Hitler
- Opdrachten 2.3
- Afsluiting & terugkoppeling lesdoelen
-Ik kan uitleggen welke
overeenkomsten en verschillen bestaan tussen het nationaalsocialisme en het
fascisme.
- Absentie
Herhaling hs 2
-Lesdoelen
-Samen lezen 2.4 & journaal
- Filmpje NL in crisistijd / filmpje verzuiling
- Opdrachten 2.4: 1, 2c, 3 a t/m d, 4 b en c, 5b, 6b
- Afsluiting & terugkoppeling lesdoelen
- Ik kan uitleggen wat de verzuiling inhoudt, welke 4 zuilen er waren en kan de kenmerken bij de juiste zuil zetten
-Ik kan uitleggen welke gevolgen de Beurskrach van 1929 had voor de Nederlandse economie
-Ik kan uitleggen waarom de Nederlandse democratie in de jaren '30 onder druk kwam te staan maar waarom door toedoen van Colijn de democratie niet is bezweken en daar kan ik de begrippen aanpassingspolitiek en verzuiling bij gebruiken.
Bespreken SO
Lesdoelen beantwoorden hoofdstuk 2, overige paragrafen
(voor jezelf)