Landstede Groep

"vluchteling SL-tekst"

Programma 
*Opdracht 1: Redenen om een land uit te vluchten; 
*Opdracht 2:  "tekst: Niemand kiest ervoor om een vluchteling te zijn." 
Opdracht 3A + 3B (zelfstandig nakijken)
Opdracht 4: Een aanbevelingsbrief schrijven. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma 
*Opdracht 1: Redenen om een land uit te vluchten; 
*Opdracht 2:  "tekst: Niemand kiest ervoor om een vluchteling te zijn." 
Opdracht 3A + 3B (zelfstandig nakijken)
Opdracht 4: Een aanbevelingsbrief schrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1: 
*Dit waren de vragen voordat je de volledige tekst ging lezen; 

Slide 2 - Tekstslide

1. Noem twee redenen om uit een land weg te vluchten: (respectvol antwoorden)

Slide 3 - Open vraag

2. Uit welke twee landen komen de meeste vluchtelingen?

Slide 4 - Open vraag

3. Hoe kun je verklaren dat de meeste vluchtelingen zonder ouders het land verlaten?

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 2. 
  • Dit waren vragen die over de inhoud gingen van de tekst; 

Slide 6 - Tekstslide

1 Lees t/m regel 9. Wat kun je uit deze regels opmaken over de ouders van Sabrine?

Slide 7 - Tekstslide

‘Ik was vier toen ik uit Rwanda vluchtte, en ik heb daarom weinig herinneringen aan mijn geboorteland. België was vreemd. Spannend eerst, maar ik voelde me vooral droevig, omdat ik niets en niemand om me heen kende. Ik had het geluk dat ik bij mijn tante kon komen wonen, maar haar kende ik eigenlijk ook niet, omdat ze al zo vroeg naar België was gevlucht.
‘Ik was vier toen ik uit Rwanda vluchtte, en ik heb daarom weinig herinneringen aan mijn geboorteland. België was vreemd. Spannend eerst, maar ik voelde me vooral droevig, omdat ik niets en niemand om me heen kende. Ik had het geluk dat ik bij mijn tante kon komen wonen, maar haar kende ik eigenlijk ook niet, omdat ze al zo vroeg naar België was gevlucht.

Slide 8 - Tekstslide

Wat kun je opmaken over de ouders van Sabrine?
A
Dat Sabrine ze niet kent.
B
Dat ze zijn omgekomen in de oorlog.
C
Dat Sabrine ze weer gaat terugzien.
D
Dat Sabrine hun waarschijnlijk vergeten is.

Slide 9 - Quizvraag

2 Lees t/m regel 25. Waarnaar verwijst 'zo' in regel 21?  .

Slide 10 - Tekstslide

Geluk Ik had geluk - ik werd gemakkelijk geaccepteerd in België. Ik ben een slim meisje, goed in talen en ik ben sociaal. Die drie dingen hebben ervoor gezorgd dat ik snel vrienden kreeg en altijd aangemoedigd werd door mijn leerkrachten. Maar de duizenden andere jongeren die iets trager de taal leren, het iets minder goed doen op school of iets stiller zijn, zullen kunnen getuigen dat het niet altijd zo gaat. Velen van hen die het tijdelijk moeilijk hebben op school, wat heel normaal is als je opgroeit, krijgen het advies om een ‘makkelijkere’ richting te doen

Slide 11 - Tekstslide

'zo' (r.21) verwijst naar:
A
Niet slim zijn, weinig vrienden maken, de taal slecht begrijpen.
B
C
Slim zijn, veel vrienden maken, de taal makkelijk leren.

Slide 12 - Quizvraag

3 Leg uit waarom het woord 'tijdelijk' ( r.21) zo belangrijk is in haar betoog van regel 19 t/m 25.

Slide 13 - Tekstslide

'Tijdelijk' is belangrijk omdat..
A
vluchtelingen maar tijdelijk in Nederland blijven.
B
Vluchtelingen maar tijdelijk de taal leren.
C
Iedereen op school de tijd nodig heeft om iets te leren.
D
Het kan een tijd duren voordat je een visum krijgt.

Slide 14 - Quizvraag

Slechts’ een vluchteling

 Ook ik heb uiteraard problemen gehad. Racisme ervaar ik al heel mijn leven. Omdat ik ‘slechts’ een politieke vluchteling was, moest ik bijvoorbeeld een visum hebben om met mijn klas naar Engeland te mogen. Dit was een dramatisch moment voor mij als veertienjarig meisje, omdat ik niet begreep waarom ik meer moest betalen dan de rest, en meer moeite moest doen dan mijn vrienden.

Slide 15 - Tekstslide


 Gelukkig is toen een vader van mijn beste vriendin samen met ons naar Parijs 
gegaan, speciaal om mijn visum aan te vragen. Ik kreeg aanbevelingsbrieven om in mijn dossier te doen. Mijn klas legde bij om de visumaanvraag te betalen. Uiteindelijk werd het visum de dag voor mijn vertrek bij me thuis bezorgd. Ik weet niet of het voor elke jonge vluchteling zo zal gaan.

Slide 16 - Tekstslide

5 Lees t/m regel 33. Waarom zegt Sabrine dat ze 'uiteraard' problemen heeft gehad? (r.28)

Slide 17 - Tekstslide

5 Lees t/m regel 33. Waarom zegt Sabrine dat ze 'uiteraard' problemen heeft gehad? (r.28)

Slide 18 - Open vraag

6 Waarom staat 'slechts' tussen '...'? (r.29)
A
omdat er zoveel meer vluchtelingen zijn;
B
Omdat ze zich 'maar' een vluchteling voelde;
C
Omdat er zoveel slechte mensen zijn;
D
Omdat ze ervaarde dat ze 'maar' een vluchteling was.

Slide 19 - Quizvraag

Geconfronteerd worden met het feit dat ik ‘slechts’ een vluchteling was, terwijl ik mij in zo veel opzichten gewoon een Belgische voelde, vond ik heel moeilijk. Toen ik mijn diploma had gehaald, ging ik op een namiddag in augustus heel enthousiast naar Leuven om mij in te schrijven aan de universiteit. Ik was net op kamers gegaan, ik was dus vrij blut, en ik had al mijn geld verzameld om een treinretour voor mijn vriend en mij te kopen. Aangezien ik al sinds mijn achtste advocaat wil worden, was dit voor mij een belangrijk moment.

Slide 20 - Tekstslide

Maar toen ik op de universiteit aankwam, vertelden ze dat ik me als internationale student moest inschrijven, omdat ik geen Belgische nationaliteit had. Ik had wel een Belgisch diploma, maar ik was een vluchteling, dus moest ik me samen met de Erasmusstudenten inschrijven. Dat kon ik alleen maar vóór 12 uur, en omdat het al middag was, moest ik maar een andere keer terugkomen. Ik weet nog dat ik huilend aan mijn vriend vroeg hoe en wanneer ik zowel de tijd als het geld zou vinden om terug naar Leuven te gaan. Op dat moment begreep ik opnieuw niet waarom ik meer moest betalen dan de rest, en meer moeite moest doen dan mijn vrienden.

Slide 21 - Tekstslide

'Opnieuw' verwijst naar:
A
Opnieuw moeten vluchten
B
Opnieuw extra moeite moeten doen.
C
Een jaar opnieuw doen.
D
Opnieuw in de problemen raken.

Slide 22 - Quizvraag

Omwille van de tijd: 
-De antwoorden van de rest van 2, 3A / 3B worden geüpload op de teampagina; 
-Je kunt verder met 'opdracht 4' = een aanbevelingsbrief maken; Begin met Geachte heer/mevrouw, 
- aanleiding = reden waarom als je de brief schrijft; 

Slide 23 - Tekstslide