In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.
In de volgende matrix is er ................... sprake van een dominante keuze van beide spelers.
In de volgende matrix is er geen sprake van een dominante keuze van beide spelers.
In de volgende matrix is er sprake van een dominante keuze van beide spelers:
Speler A kiest altijd voor keuze 1 en speler B kiest altijd voor keuze 2.
Dit is tevens het marktevenwicht.
Bij het gevangenendilemma is er altijd sprake van een dominante keuze.
Als een speler, ongeacht de keuze van de andere speler, altijd dezelfde keuze maakt, spreken we van een dominante keuze.
De kenmerken van collectieve goederen zijn:
-Niet uitsluitbaar
-Niet rivaliserend (dat door de consumptie van het goed door één persoon er niet minder overblijft voor een ander).
Twee mensen, Leslie en Gerda, wonen aan de rand van een meertje. Dit meertje stroomt vaak over. Dit brengt bij beide personen schade aan tuin en huis van €1000,-. Ophoging van de oever kan dit probleem verhelpen.
Ophoging kost € 1500,-.
Wordt de oever opgehoogd?
Maak de matrix wel/niet meebetalen
De oever wordt ........................... opgehoogd.
Als één van de twee betaalt, heeft de ander daar ook profijt van, zonder dat zij daarvoor hoeft te betalen.
Dit is het meeliftgedrag. Dit zorgt ervoor dat mensen nooit zelf voor collectieve goederen zullen zorgen.
De oever wordt niet opgehoogd.
Als één van de twee betaalt, heeft de ander daar ook profijt van, zonder dat zij daarvoor hoeft te betalen.
Dit is het meeliftgedrag. Dit zorgt ervoor dat mensen nooit zelf voor collectieve goederen zullen zorgen.