Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Vwo 5 puntjes op de I, schrijven van een beschouwing
Welkom! Ga zitten en pak je werk erbij
!
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom! Ga zitten en pak je werk erbij
!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Puntjes op de i voor de beschouwing:
theorie doornemen
aantrekkelijk schrijven
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een beschouwing?
Slide 3 - Woordweb
Wat is een beschouwing?
A
Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen
C
Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Een tekst waarin een onderwerp van verschillende kanten wordt belicht
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het doel van een beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
amuseren
Slide 5 - Quizvraag
Wat bevat een beschouwing NOOIT?
A
feiten
B
meningen
C
argumenten
D
de mening van de schrijver
Slide 6 - Quizvraag
A
wel beschouwend
B
niet beschouwend
Slide 7 - Quizvraag
Welke structuur heeft een beschouwing NOOIT?
A
argumentatie- structuur
B
verklaring- structuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur
Slide 8 - Quizvraag
Welke structuur is het meest voor de hand liggend voor een beschouwing?
A
argumentatie- structuur
B
verklaring- structuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur
Slide 9 - Quizvraag
Wat hoort NIET thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een moeilijk probleem
C
een stelling
D
een mening
Slide 10 - Quizvraag
Wat hoort WEL thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een moeilijk probleem
C
een stelling
D
een mening
Slide 11 - Quizvraag
Wat ga je nooit in de kern van een beschouwing vinden?
A
meningen
B
feiten
C
voor- en nadelen
D
drogredenen
Slide 12 - Quizvraag
ten eerste..., daarnaast...., daar staat tegenover dat...
Waar zijn dit passende signaalwoorden voor?
A
het slot
B
de kern
C
de inleiding
Slide 13 - Quizvraag
STIJL
Slide 14 - Tekstslide
www.schrijfvis.nl
Slide 15 - Link
www.scribbr.nl
Slide 16 - Link
Zijn er nog vragen over de beschouwing?
Slide 17 - Woordweb