"Ik ken en snap alle significatieregels en heb geen of nauwelijks moeite om deze altijd en juist toe te passen."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
"Ik ken en snap alle significatieregels en heb geen of nauwelijks moeite om deze altijd en juist toe te passen."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 1 - Quizvraag
"Ik ken de formule van dichtheid en weet wanneer ik deze moet toepasen omdat ik de grootheden er in herken."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 2 - Quizvraag
"Ik voel mijn bekwaam in het omrekenen van eenheden zoals kg naar g, m3 naar mL, etc."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 3 - Quizvraag
"Bij berekeningen laat ik altijd goed zien wat ik doe, welke denkstappen ik neem en hoe ik aan antwoorden kom."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 4 - Quizvraag
"Ik herken waar ik de molair gasvolume moet gebruiken en pas deze dan ook juist toe."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 5 - Quizvraag
"Ik ken de formule voor chemische hoeveelheid (n) en kan deze juiste toepassen."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 6 - Quizvraag
"Ik herken waar ik de molariteitsformule moet gebruiken en pas deze dan ook juist toe."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 7 - Quizvraag
"Ik weet dat de grootheid Molariteit en Molaire massa hetzelfde symbool hebben, maar ik herken toch welke ik moet toepasen bij een vraagstuk."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 8 - Quizvraag
"Ik snap het werken met het tabel-stappenschema bij basisreactierekenen en kan hiermee juiste antwoorden berekenen."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 9 - Quizvraag
"Ik vind het gemakkelijk om in een rekenopgave te bedenken welke grootheid het vraagstuk eigenlijk wil weten en waar mijn beginpunt is."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 10 - Quizvraag
"Ik begrijp dat er vraagstukken zijn waarbij de tabel niet direct een begin of eind-punt heeft en dat ik dan een extra rekenstap buiten de tabel om moet maken om tot het antwoord te kunnen komen."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 11 - Quizvraag
"Ik herken welke extra reken- of denkstpa ik moet maken om een vraagstuk te beantwoorden die niet met alleen de tabel te berekenen is (zoals molariteit, molairgasvolume, dichtheid, etc)."
A
Geheel mee eens
B
Beetje mee eens
C
Beetje mee oneens
D
Geheel oneens
Slide 12 - Quizvraag
"Ik heb vertrouwen in mijn vaardigheden wat betreft chemisch rekenen en heb het idee dat ik aan het werk kan met oefenen om verder ervaring om te doen zonder vast te zullen lopen."