Economie wat heb je nodig herhaling

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

'Wat heb je nodig?'

Oefentoets

In deze les herhalen we paragraaf 1.1 t/m 1.4

Houd een rekenmachine en een kladpapier bij de hand

Basisbehoeften

Overige behoeften

Vakantie

Auto

Spijkerbroek

Telefoon

Brood

Huis

Noem voorbeelden
van goederen

Hoe noteer je het volgende geldbedrag op een goede manier?

Dertien honderd en achtenzestig euro en 50 cent

Wat is geen vorm van consumeren?

1. Je kweekt zelf andijvie
2. Je koopt zelf een fiets
3. Je bestelt een cola in de bar
4. Je gaat naar de kapper

Bereken de gemiddelde prijs :
€ 5,50 / € 6,95 / € 7,50 / 4,75 / € 5,30
schrijf in euro's met 2 decimalen

De beste koop uit het vergelijkend warenonderzoek is:

1. Aldi
2. Merba
3. Lidl
4. Lu

Je favoriete vlogger eet elke vlog Doritos. Dit is een vorm van:

1. sociale beïnvloeding
2. commerciële beïnvloeding

Nu van € 480,-  voor €.........

25%

korting

Sjoerd krijgt € 65,- per maand.
Hoeveel heeft hij dan per week te besteden?

Huishoudelijke uitgaven

Incidentele uitgaven

Vaste lasten

Kibbelingen bij de visboer

Hypotheek  rente van je huis

Abonnement van de sportschool

Winterjas

Reparatie van de vaatwasser

Uit eten gaan

Voor de toets

Leer de begrippen uit de tekstblokken

Kijk je huiswerk van het hoofdstuk goed na

Oefen met de rekenopdrachten
Schrijf de berekeningen volledig op

Succes!