De dichteres Ida Gerhardt schreef op 55-jarige leeftijd:
Ik – vriend van stilte, dier en plant,
schreef naar zijn wil, met grijze haren,
de gruwelen van mijn kinderjaren
op deze doortocht naar zijn land ...
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Ida Gerhardt schreef op 55-jarige leeftijd
Ik – vriend van stilte, dier en plant,
schreef naar zijn wil, met grijze haren,
de gruwelen van mijn kinderjaren
op deze doortocht naar zijn land ...
De dichteres Ida Gerhardt schreef op 55-jarige leeftijd:
Ik – vriend van stilte, dier en plant,
schreef naar zijn wil, met grijze haren,
de gruwelen van mijn kinderjaren
op deze doortocht naar zijn land ...
Slide 1 - Tekstslide
alliteratie-anafoor antithese-archaïsme
Slide 2 - Woordweb
Dan zal komen de dromenvrouw/ zacht over de grond/ zij de vrome, die schromen zou/ zoo zij wakenden vond.
Slide 3 - Open vraag
Geef een voorbeeld van een asyndeton.
Slide 4 - Open vraag
kruisstelling (ABBA), grammaticaal of inhoudelijk
De bruidegom was de lentezon
en Holland was de bruid.
een zilveren ketting en een broche van goud
Chiasme
Slide 5 - Tekstslide
een serie opeenvolgende woorden/zinsdelen/zinnen die naar vorm (aantal lettergrepen) of inhoud een stijgende lijn vertonen. Wat zou dan een anticlimax zijn?
Wat zie ik daar in de lucht? Een vogel, een vliegtuig? Nee, superGrover!
Climax
Slide 6 - Tekstslide
dichterlijk meervoud- ellips
Slide 7 - Woordweb
bvnw/participium hoort grammaticaal bij het ene naamwoord maar inhoudelijk bij een ander naamwoord.
de muren van het hoge Troje
de blauwe wiegeling der zee
een lekker kopje koffie
Enallage
Slide 8 - Tekstslide
het einde van de zin valt niet samen met het einde van de versregel of het couplet.
De man viel van/
de trap.
Enjambement
Slide 9 - Tekstslide
enkelvoud in plaats van meervoud
epifoor
exclamatio
homoio-teleuton
O tempora, o mores! =
O tijden, o zeden!
Met Pasen zoeken de kinderen eieren.
Hij had de bergen gezien, de oceaan gezien en niets gezien.
Wij zijn bang voor de vijand.
Slide 10 - Sleepvraag
het uit elkaar staan van woorden die samen een woordgroep vormen.
Jij zit tegenover mij in de bus lachend.
Hyperbaton
Slide 11 - Tekstslide
hyperbool-ironie sarcasme-litotes
Slide 12 - Woordweb
metafoor - metonymie omschrijving-paradox
Slide 13 - Woordweb
personificatie
polysyndeton
prolepsis
repetitio
Ik heb van Sinterklaas een voetbal en een chocoladeletter en lego en een boek gekregen.
Drommels, drommels en nog eens drommels.
De zon lacht.
Ik sla hem bont en blauw.
Slide 14 - Sleepvraag
retorische vraag - synoniem
Slide 15 - Woordweb
Voorzetsels van werkwoorden staan los van het werkwoord of samengestelde (werk)woorden worden in onderdelen gescheiden.
Het kind at zijn eten op.
Hij zou be- werd onderbroken, ginnen.
Tmesis
Slide 16 - Tekstslide
opsomming van drie woorden/woordgroepen die in een serie voorkomen, vaak gaat dit gepaard met een climax.
Wat zie ik daar in de lucht? Een vogel, een vliegtuig? Nee, super Grover!
Trikolon/drieslag
Slide 17 - Tekstslide
het te vergelijken object en het beeld worden beide genoemd en verbonden door het voegwoord "(zo)als". Naast object en beeld is er nog een derde element, datgene waarin object en beeld overeenkomen (punt van vergelijking/tertium comparationis).
Achilles schoot op Hector af als een havik op zijn prooi.
Vergelijking
Slide 18 - Tekstslide
de verbinding van een werkwoord met twee (of meer) zelfstandige naamwoorden hoewel dit eigenlijk maar bij één (of meer) past.
Wij zetten thee en over. (bordje van café bij veerpont)