Les 4. Wat is Echt Belangrijk? De Eerste Levensvraag Ontdekken

• Godsdienst
• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Instructies

Wat is Echt Belangrijk- waarden.docx

Wat is Echt Belangrijk - interview.docx

1. Wat is echt belangrijk?

Leerdoelen

• Je kunt begrijpen wat voor jou echt belangrijk is in het leven.
• Je kunt het verschil herkennen tussen materiële en immateriële waarden.
• Je bent instaat om te reflecteren op je eigen waarden en prioriteiten.

LET OP!

Voor dat de LessonUp verder gaat. Deel je eerst het word document uit aan de leerlingen dat in de bijlage toegevoegd is.

Uitleg: Vertel de leerlingen dat ze zo meteen een tabel krijgen met verschillende waarden. Ze moeten aangeven hoe belangrijk elke waarde voor hen is door een kruisje te zetten in de juiste kolom: "Heel belangrijk," "Niet zo belangrijk," of "Onbelangrijk."

Deel de activiteitentabel uit aan de leerlingen of projecteer de interactieve versie.

Vraag de leerlingen om rustig na te denken en de tabel individueel in te vullen.

Geef de leerlingen voldoende tijd om hun keuzes te maken en te overwegen.

Vul je eigen antwoorden in op het werkblad.

Deel het werkblad uit aan de leerlingen. 

Vraag de leerlingen om rustig na te denken en de tabel individueel in te vullen.

Geef de leerlingen voldoende tijd om hun keuzes te maken en te overwegen.

Wat Vind Jij Belangrijk? 

Nu vraag je aan de leerlingen om hun top 3 op te schrijven in het woordweb.

Bespreek waarom sommige waarden voor de meeste leerlingen belangrijk zijn en waarom andere minder belangrijk worden gevonden.

Moedig een open klassengesprek aan en leg uit aan de leerlingen waarom het belangrijk is dat er respect is voor de  verschillende meningen.

Wat is voor mij echt belangrijk in het leven en waarom?

Reflectie: Vraag de leerlingen om individueel na te denken over de vraag: "Wat is voor mij echt belangrijk in het leven en waarom?"

Deel: Laat hen hun gedachten opschrijven en, als ze willen, delen met de klas.

(De antwoorden worden getoond zonder de namen van de leerlingen)

Afsluiting: Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de leerlingen aan om thuis verder na te denken over wat echt belangrijk is in hun leven.

Ze kunnen dit ook aan hun ouders en opa en oma vragen. (Huiswerkopdracht)

Materiële waarden zijn dingen die tastbaar. 

Dit zijn zaken die je kunt zien, aanraken en gebruiken. 

Geld, huis, auto, telefoon etc.

Materiële waarden zijn fysieke en tastbare zaken die waarde hebben. 

Geld: Contant geld, bankrekeningen, en andere vormen van valuta.

Vastgoed: Huizen, gebouwen, en grond.

Voertuigen: Auto's, fietsen, boten, en andere transportmiddelen.

Persoonlijke bezittingen: Meubels, kleding, elektronica, en sieraden.

Productiemiddelen: Machines, gereedschappen, en apparatuur die worden gebruikt in de productie van goederen.

Voorraad en goederen: De voorraad van producten die een bedrijf te koop heeft.

Deze waarden zijn belangrijk omdat ze direct bruikbaar zijn en vaak een duidelijke, meetbare financiële waarde hebben.

Immateriële waarden zijn dingen die waardevol zijn, 

maar die je niet kunt aanraken of vastpakken. 

Vriendelijkheid, goedheid, liefde, geduld etc.

Immateriële waarden zijn niet-tastbare zaken die waardevol zijn. 

Kennis en vaardigheden: Wat mensen weten en kunnen doen.

Reputatie: Hoe mensen of bedrijven worden gezien door anderen.

Merkwaarde: De waarde van een merknaam, gebaseerd op klantenvertrouwen en herkenning.

Relaties en netwerken: De connecties met vrienden, familie, collega's, en zakelijke partners.

Cultuur en normen: De gemeenschappelijke waarden, tradities, en gedragingen binnen een groep of organisatie.

Deze waarden zijn essentieel omdat ze invloed hebben op persoonlijke groei, succes van bedrijven, en maatschappelijke samenhang, ook al kunnen ze niet direct worden gezien of vastgepakt.

Welke waarden zijn voor jou belangrijker?

1. Materiële waarden
2. Immateriële waarden

• Wees respectvol en luister goed naar hun antwoorden. 
• Stel vervolgvragen als je iets beter wilt begrijpen.
• Bedank hen aan het einde van het interview voor hun tijd en openheid.

Voorbereiding:

• Kies één van je ouders/verzorgers en één van je grootouders (opa of oma)                                   die je wilt interviewen.
• Gebruik de vragen die je krijgt als leidraad voor je interview.

Opdracht: Interview met Ouders/Verzorgers en Grootouders

Opdracht: Interview met Ouders/Verzorgers en Grootouders

Doel: Leerlingen ontdekken wat belangrijk is in het leven voor hun ouders/verzorgers en grootouders en vergelijken dit met hun eigen waarden.

Instructies voor de Leerlingen:

Voorbereiding:

Kies één van je ouders/verzorgers en één van je grootouders (opa of oma) die je wilt interviewen.

Gebruik de vragen (uit de bijlage) als leidraad voor je interview.

Tips voor het Interview:

• Zorg ervoor dat je op een rustig moment met je ouder/verzorger en grootouder praat, zodat jullie niet worden afgeleid.
• Wees respectvol en luister goed naar hun antwoorden. Stel vervolgvragen als je iets beter wilt begrijpen.
• Bedank hen aan het einde van het interview voor hun tijd en openheid.

Spreek met leerlingen af waar het interview (eventueel)  nog meer aan moet voldoen. Denk aan voorkant/ inleiding/ afsluiting.

Bedenk 3 extra vragen die je wilt stellen.

Deadline:

Zorg ervoor dat je het interview hebt afgerond en je reflectie hebt geschreven 

vóór 11 oktober 2024 inleveren.

Laat de leerlingen nu 3 extra vragen bedenken die ze willen stellen.

Stel een deadline en zet deze ook in het leerlingvolgsysteem.

Waar moet het verslag aan voldoen?

Inleiding (dus wie ga je interviewen en waarom deze persoon)

Kern (de vragen met de "uitgebreide" antwoorden)

Slot (Wat vond je er van, wat heb je geleerd)

Reflectie (Zie LU les 5) 

Laat de leerlingen nu 3 extra vragen bedenken die ze willen stellen.

Stel een deadline en zet deze ook in het leerlingvolgsysteem.