les 10 hv2

• Frans
• Enseignement Secondaire

Lesdoelen:

Weten over de regio Nord-Pas-de-Calais. Woorden leren over gezondheid, voedsel en sport.

Zinnen die je in de klas kunt gebruiken bij het

Doeltaal=Voertaal.

Lesdoelen:

Gesprek in de biologieles begrijpen over gezond leven.

Lesdoelen:

Tips over hoe je gezond kunt blijven. Weten hoe je een onbekend woord kunt raden.

Programme

• Corriger:
  
• Faire bron B: 8 t/m 12
• Apprendre:  Leren Vocabulaire AB (wb blz. 84). 

Faire Inleiding: 8 t/m 12

Quand tu as fini, apprends le vocabulaire A avec slim stampen.

Lesdoelen:

Grammatica: een vraag stellen zonder/met een vraagwoord. Vragen hoe het met je gaat.

Programme

• Corriger:
  
• Faire: Opdrachten online over 'avoir' en 'être'
  , 
• Faire bron C: 13 t/m 15 
• Apprendre: Leren Vocabulaire AB (wb blz. 84). 
•  Gebruik Slim stampen of
  Quizlet. 

Faire: Opdrachten online over 'avoir' en 'être'

Quand tu as fini, apprends le vocabulaire avec slim stampen.

Faire: bron C: 13 t/m 15 

Quand tu as fini, apprends le vocabulaire avec slim stampen.

Poser une question

Een vraag stellen

Welke manier van vraagstellen is dit:

Paul a gagné?

1. normaal
2. est-ce que
3. inversie

Welke manier van vraagstellen is dit: Pourquoi a-t-il fait ça?

1. normaal
2. est-ce que
3. inversie

Wat zijn de 3 manieren om een vraag te stellen (zonder vraagwoord)?

Poser une question

Er zijn in het Frans 2 manieren om een vraag te stellen.

- een vraag zonder vraagwoord

- een vraag mét vraagwoord

Hoe maak ik een vraag?

Om in het Frans een vraag te stellen, zet je een vraagteken achter de gewone zin.

De volgorde van de zin verandert NIET!

Vraag stellen?

Je mag in het Frans gewoon een vraagteken achter de zin plakken om deze vragend te maken.

Ik heb een goed cijfer!

• J'ai une bonne note!
  

Heb ik een goed cijfer?

• J'ai une bonne note?
  

Om een vraag te stellen zet je een vraagteken achter de gewone zin:

Tu vas à Paris. > Tu vas à Paris?

Il a un chien. > Il a un chien?

In het geval van een vraag gaat je stem aan het eind iets omhoog.

Een vraag stellen

Zonder vraagwoord
Drie manieren:

1: Gewone zin vragend uitspreken: Tu es malade?

2: Est-ce que + gewone zin: Est-ce que tu es malade?

3: Omkering van ow & pv: Es-tu malade?

Een vraag stellen

Met vraagwoord

Vraagwoorden:

où (waar) - quand (wanneer) 

comment (hoe) - combien (hoeveel)

pourquoi (waarom) - qui (wie)

qu'est-ce que (wat)

Een vraag stellen

Met vraagwoord - vier manieren:

1: Vraagwoord + est-ce que + gewone zin:
Quand est-ce que tu étais malade?

2: Gewone zin + vraagwoord: Tu étais malade quand?

3: Vraagwoord + gewone zin: Quand tu étais malade?

4: Vraagwoord + inversie: Quand étais-tu malade?

Om een vraag te stellen zet je een vraagteken achter de gewone zin:

• Tu vas à Paris. > Tu vas à Paris?
• Il a un chien. > Il a un chien?

In het geval van een vraag gaat je stem aan het eind iets omhoog.

Verder kent het Frans de volgende vraagwoorden:

pourquoi = waarom

qui = wie

qu'est-ce que / qu'est-ce qu' = wat

Om een vraag te stellen zet je een vraagteken achter de gewone zin:

• Tu vas à Paris. > Tu vas à Paris?
• Il a un chien. > Il a un chien?

In het geval van een vraag gaat je stem aan het eind iets omhoog.

Verder kent het Frans de volgende vraagwoorden:

où = waar

quand = wanneer

comment = hoe

combien (de) = hoeveel

Heb je het lesdoel behaald?
"Aan het eind van de les kun je eenvoudige vragne stellen en antwoorden geven op vragen over bekende onderwerpen (A1)."

1. Oui
2. Non

huiswerk

Au travail!

Exercice 

van bron 

(wordt huiswerk)

niet overleggen, geen vragen stellen. Het is helemaal stil

fluisteren, als je er samen niet uitkomt mag je een vraag stellen

overleggen mag, vragen stellen ook. Ik loop rond