Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Duitse eenheid
3 Oktober was een bijzondere dag. Waarom denk je?
A
vanwege 'dag van de arbeid'
B
Start van de nieuwe verkiezingen.
C
vanwege 'dag van de Duitse eenheid'
D
Grenzen werden door Corona gesloten.
1 / 20
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3 Oktober was een bijzondere dag. Waarom denk je?
A
vanwege 'dag van de arbeid'
B
Start van de nieuwe verkiezingen.
C
vanwege 'dag van de Duitse eenheid'
D
Grenzen werden door Corona gesloten.
Slide 1 - Quizvraag
Wat weten jullie al?
Zet in de volgende sheet!
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij?
Slide 3 - Open vraag
Wat hoort bij wat?
9 november 1989
1 Juli 1990
3 oktober 1990
Duitsland weer 1
Val van de muur
Invoering Duitse
mark
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Video
Wanneer viel de Berlijnse muur?
A
9 November 1989
B
13 Augustus 1961
C
3 oktober 1990
Slide 6 - Quizvraag
Hoelang heeft de muur gestaan?
A
29 jaar
B
28 jaar
C
27 jaar
D
30 jaar
Slide 7 - Quizvraag
Zou jij op het laatste moment ook proberen te vluchten om een beter leven te hebben in het westen?
Slide 8 - Open vraag
De meeste mensen zeggen dat er nog veel te doen is. Waar heeft dat mee te maken denk je?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
timer
5:00
BK: S.12 und 20
M: S.12 und 18
Slide 11 - Tekstslide
Grammatik? Was weißt du?
Slide 12 - Open vraag
Wat is de vertaling van?
Houden van
A
können
B
dürfen
C
mögen
D
lieben
Slide 13 - Quizvraag
Bij de ich, du en er/sie/es-vorm verandert de stamklinker.
Leg eens uit:
Slide 14 - Open vraag
Wat zijn de vertalingen van de persoonlijke voornaamwoorden
'' ik, jij, hij/zij/het, wij, jullie, u en zij?''
Slide 15 - Open vraag
Wanneer plak je bij de bezittelijke voornaamwoorden een -e erachter?
A
bij das en die
B
bij der en das
C
bij die en die
D
bij der en die
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat vind je tot nu makkelijk en wat vind je latig? Makkelijk: ___/lastig:___
Slide 20 - Open vraag