Landstede Groep

quiz 2 formuleren

quiz 2 formuleren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

quiz 2 formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Uw bestelling is vandaag verzonden en kunt u via de track-en-tracecode uw pakket volgen
A
onjuist verwijswoord
B
Onjuiste inversie
C
foutieve samentrekking
D
geen symmetrie

Slide 2 - Quizvraag

Heeft hij nu nog steeds niet afgeleerd zijn leesverslagen niet te downloaden.
A
onjuist verwijswoord
B
onjuiste herhaling
C
pleonasme
D
Dubbele ontkenning

Slide 3 - Quizvraag

Deze toets mag je niet nog een keer herkansen.
A
Tautologie
B
pleonasme
C
dubbelop
D
contaminatie

Slide 4 - Quizvraag

Deze toets mag je niet overnieuw maken.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
dubbele ontkenning

Slide 5 - Quizvraag

De meerderheid van de Nederlandse mannen kijken graag naar voetbal.
A
foutieve samentrekking
B
foutief beknopte bijzin
C
incongruentie
D
geen symmetrie

Slide 6 - Quizvraag

In de striemende regen stak hij zijn paraplu op en schielijk de straat over.

A
geen symmetrie
B
foutief beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking
D
onjuiste inversie

Slide 7 - Quizvraag

De hoteleigenaar waaraan hij onderdak vroeg zei dat het hotel vol zat.

A
foutief beknopte bijzin
B
foutieve samentrekking
C
onjuiste inversie
D
onjuist verwijswoord

Slide 8 - Quizvraag

Die Duitse naamvallen haal ik altijd door de war.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
foutieve samentrekking
D
onjuist verwijswoord

Slide 9 - Quizvraag

Onder het spelen van het Wilhelmus daalde de koningin de vliegtuigtrap af.
A
onjuist verwijswoord
B
foutieve samentrekking
C
foutief beknopte bijzin
D
contaminatie

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil weer pianoles gaan nemen; vroeger was ik daar namelijk tamelijk goed in.
A
onjuiste inversie
B
onjuiste verwijzing
C
foutief beknopte bijzin
D
foutieve samentrekking

Slide 11 - Quizvraag

Mijn vader heeft nooit geen tijd om mij bij het huiswerk te helpen.

A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
dubbele ontkenning

Slide 12 - Quizvraag

Het is zonder meer waar dat als je twijfelt je dan de hoofdregel moet toepassen

A
dat-alsconstructie
B
geen symmetrie
C
pleonasme
D
foutief beknopte bijzin

Slide 13 - Quizvraag