Landstede Groep

20200914 - G1a (uitleg woordsoort, zinsdeel, Latijnse PV)

G1a Latijn
maandag 14 september 2020
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

G1a Latijn
maandag 14 september 2020

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- huiswerk overhoren
- korte uitleg woordsoorten/zinsdelen
- huiswerk nakijken
- uitleg Latijnse persoonsvorm (HB blz. 64)
- aan de slag! (HB blz. 65)
- check: gaat het goed? Snap je de stof?
- aan de slag! 

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
- je weet of je de woorden wel/niet goed kent.
- je kunt de woorden 'woordsoort' en 'zinsdeel' uitleggen en bij allebei voorbeelden noemen.
- je weet wat het streepje op de e betekent bij de werkwoorden.
- je hebt gezorgd dat jijzelf en de rest rustig kon werken.
- minimaal 5 leerlingen hebben gehuild aan het einde van de les.

Slide 3 - Tekstslide

Overhoring!
TB blz. 23 t/m timére

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg: woordsoort
Woordsoort = de categorie waar de woorden toe behoren.

Voorbeelden: lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, werkwoorden, bijwoorden, telwoorden, voorzetsels etc.


Slide 5 - Tekstslide

Uitleg: zinsdeel
Zinsdeel = een groepje woorden (of gewoon één woord) met dezelfde functie in de zin. 

Functies: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, persoonsvorm, bijwoordelijke bepaling etc.

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
HB blz. 62

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg
persoonsvorm, infinitivus 
en het werkwoord 'esse'

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
HB blz. 65
Mandata 2, 3 en 4

Al klaar? Dan aan de slag met:
lz. HB blz. 66 en mk. HB blz. 67 (mandata 5, 6, 7, 8)

Slide 21 - Tekstslide

Doelen
- je weet of je de woorden wel/niet goed kent.
- je kunt de woorden 'woordsoort' en 'zinsdeel' uitleggen en bij allebei voorbeelden noemen.
- je weet wat het streepje op de e betekent bij de werkwoorden.
- je hebt gezorgd dat jijzelf en de rest rustig kon werken.
- minimaal 5 leerlingen hebben gehuild aan het einde van de les.

Slide 22 - Tekstslide