Landstede Groep

Samenvatting H4 beweging

H4 Beweging
Samenvattingsles 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H4 Beweging
Samenvattingsles 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les 
  • Vorige les?
  • Leerdoelen met vragen bij langs van heel H4 
  • Tijd om 4.5 af te maken/ in LessonUp klas te gaan

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek B?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les: 4.5 Remmen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar LessonUp naar de klas
Per leerdoel verschillende vragen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 4.1 Snelheid 
Je gaat leren 
  • wat snelheid precies betekent
  • welke grootheden een eenheden je hierbij gebruikt
  • Ik kan omrekenen van m/s naar km/h en andersom 
  • wanneer we het over gemiddelde snelheid hebben en hoe je die kunt berekenen met een verhoudingstabel 
  • wanneer we het over een constante snelheid hebben

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je ons vertellen over snelheid?
snelheid

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bij de grootheden 'afstand' , 'tijd' , en 'snelheid' horen verschillende eenheden. 
Voorbeeld:  bij de grootheid 'temperatuur' hoort de eenheid 'graden Celsius'.
Zet de juiste grootheden en eenheden bij elkaar.
km/h
of
m/s
km
of
m
h
of
s
Snelheid
Afstand
Tijd

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van km/h naar m/s =
A
delen door 3,6
B
keer 3,6

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

km/h en m/s

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

75 km/h is ... m/s
A
20,8 m/s
B
270 m/s

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

meters
seconden
Een hardloper loopt 0,2 km in 58 seconden. 
Met een verhoudingstabel kan je uitrekenen hoe lang hij met deze snelheid over 1 kilometer doet.

Sleep de juiste onderdelen naar de juiste plek!
0,2
58
1
290

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is constante snelheid?
A
Een snelheid die constant op de zelfde waarde blijft
B
een vlieg die tegen een raam stoot
C
dat je sneller gaat
D
dat je vertraagt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bij 4.2 Snelheid berekenen 

  • je leert hoe je de snelheid kan berekenen
  • je leert hoe je de formule van de snelheid kan omschrijven en daarmee de afstand en tijdsduur kan berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

=
_____________
Zet de woorden op de juiste plek in de formule om de snelheid te berekenen. 
snelheid (v)
afstand (s)
tijd (t)

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De formule is:
Snelheid = afstand : tijd
Snelheid
Tijd
Afstand

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule van snelheid
A
snelheid = tijd : afstand
B
snelheid= afstand : tijd
C
snelheid = afstand x tijd
D
snelheid = tijd x afstand

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De formule van afstand =
A
tijd x afstand
B
snelheid x tijd
C
snelheid : tijd
D
tijd : snelheid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De snelste tijd van Usain Bolt is 14,35 seconden op de 150 meter. Hoeveel meter per seconde loopt hij?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12 minuten = 720 sec. De hardloper heeft een snelheid van 3,50 m/s. Welke afstand legt hij af?
A
42 m
B
42 km
C
2520 m
D
2520 km

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gemiddelde snelheid van Thijs is 25,2 km/h. Hij zit 3 uur op zijn fiets. Hoeveel km heeft hij afgelegd?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bij 4.3 Afstand, tijd diagrammen
Je leert
  • hoe je een beweging in een diagram kunt weergeven
  • hoe je aan het diagram kunt zien hoe de snelheid veranderd
  • hoe je de snelheid kan bepalen uit een diagram

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je altijd op de horizontale as zetten bij een afstand,tijd-diagram?
A
De afstand
B
De tijd

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de figuur zie je een afstand-tijd-diagram.

Wat voor beweging zie je hier?
A
hoge snelheid
B
kleine snelheid
C
snelheid van 0

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de fietser het snelst?
A
tussen A en B
B
tussen B en C
C
tussen C en D
D
tussen A en D

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bij 4.4
Je leert
  • drie soorten bewegingen kennen
  • de soorten bewegingen kennen aan een afstand, tijd-diagram

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vertraagde beweging?
A
Een beweging waarbij je steeds sneller gaat.
B
Een beweging waarbij je steeds langzamer gaat.
C
Een constante beweging.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beweging is dit?
A
Een versnelde beweging
B
Een beweging met constante snelheid
C
Een vertraagde beweging

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beweging is dit?
A
Een versnelde beweging
B
Een beweging met constante snelheid
C
Een vertraagde beweging
D
Stilstaan

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beweging is dit?
A
Een versnelde beweging
B
Een beweging met constante snelheid
C
Een vertraagde beweging
D
Stilstaan

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afstand tijd diagrammen naar de bijbehorende beweging
Een versnelde beweging
Een eenparige beweging
Een vertraagde beweging

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk diagram hoort bij de beweging?
Geef de naam van de beweging in het volgende scherm aan

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bij 4.5
Je leert
  • wat reactie afstand is en hoe je die berekent
  • wat stopafstand is en hoe je die berekent  

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De reactieafstand is...
A
De afstand die je aflegt in de reactietijd
B
De tijd die je nodig hebt tijdens het remmen
C
De tijd die je nodig hebt voordat je remt
D
De afstand die tijdens het remmen wordt afgelegd

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de letters naar het juiste bijbehorende woord
Reactieafstand
Stopafstand
Remweg
A
B
C

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

remweg
stopafstand
reactietijd
reactie afstand
Tijd die je nodig hebt om te reageren
Afstand die je aflegt terwijl je remt
Afstand die je aflegt vanaf dat je gevaar ziet tot dat je begint met remmen.
Afstand van het moment dat je gevaar ziet, tot je stil staat

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een auto rijdt door de bebouwde kom met 30 km/u. De remtijd is 2 seconden. Hoe groot is de remafstand?
A
8,3 meter
B
16,7 meter
C
30 meter
D
20 meter

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de vragen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat? Maak de opgaven af bij 4.5 
Hoe? Online of in je boek 
Hulp? Ik loop langs in rondje. Ga verder tot ik bij je kom. 
Resultaat? Ik ga kijken hoe ver je bent gekomen 
Klaar? Laat dit aan mij zien 



Proefje reactiesnelheid?

Slide 40 - Tekstslide

V2B: dwwjp
V2C: ldfph (eerste letter is kleine L)
V2D: jzjrv
Einde van de les
Deze les: geleerd wat er allemaal in de toets kan komen. Hopelijk heb je inzicht van wat je wel/ niet snapt.

Huiswerk: leren voor de oefentoets en zorg ervoor dat je met vragen komt!

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies