Landstede Groep

Mengen en scheiden

Hoofdstuk 4
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
§1: fasen van een stof
§2: onderverdeling van stoffen
§3: mengels
§4: scheiden van mengsels
§5: samenstelling van mengsels

Slide 2 - Tekstslide

Welke faseaanduiding hoort er bij welke fase?
Vast
Vloeibaar
Gas
Opgelost in water
(l)
(aq)
(s)
(g)

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.
1
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 4 - Sleepvraag

Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak 
  • Brandbaarheid

Slide 5 - Tekstslide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 6 - Tekstslide

Massa
Van iedere stof kun 
je een hoeveelheid 
afmeten met een massa van 1 kg

--> massa is dus geen eigenschap die kenmerkend is een voor een stof en is dus geen stofeigenschap

Slide 7 - Tekstslide

Volume
van iedere stof kun je een hoeveelheid afmeten
met een volume van 1 cm3

--> volume is dus geen eigenschap die kenmerkend is een voor een stof en is dus geen stofeigenschap

Slide 8 - Tekstslide

Van iedere stof
--> kun je de massa en het volume bepalen
--> met massa en volume kun je de dichtheid berekenen 

--> dichtheid is een stofeigenschap
 

Slide 9 - Tekstslide

wel een stofeigenschap
geen stofeigenschap
kleur
geur
smeltpunt
kookpunt
massa
volume
dichtheid
fase (vast, vloeibaar, vast)
temperatuur
oplosbaarheid in water
oplosbaarheid in olie

Slide 10 - Sleepvraag

Zuivere stof
  • Bestaat maar uit 1 stof
  • Bestaat uit maar 1 soort molecuul. (Alle moleculen in deze stof zijn het zelfde.)

  • Voorbeelden:
  • suiker, soda, diamanten, 

Slide 11 - Tekstslide

Zuivere stof of mengsel
Zuivere stof:
Smeltpunt, kookpunt
Temperatuur blijft het zelfde bij een faseverandering.

Mengsel:
smelttraject, kooktraject
Temperatuur veranderd bij de faseveranderingen

Slide 12 - Tekstslide

Namen van moleculen
Rationele naam; systematisch
Triviale naam; zoals de naam dagelijks gebruikt wordt

Bv: C2H6
Rationele naam; ethanol
Triviale naam; alcohol

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de juiste woorden bij elkaar.
Mengsel
zuivere
stof
smelttraject
kooktraject
kookpunt
smeltpunt

Slide 14 - Sleepvraag

Waar of niet waar?
Een zuivere stof bestaat uit meerdere stoffen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de rationele naam van CS2?
A
koolstofdisulfide
B
koolstofzwavel
C
koolstofdizwavel
D
koolstofsulfide

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de ontleedbare stof(fen) naar het doel in het midden.
ONTLEEDBAAR

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van het symbool hiernaast?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Soorten mengsels
verschillende mengsels:
- Oplossing
- Suspensie
- Emulsie

Slide 21 - Tekstslide

Oplossing = helder
vast, vloeibaar of gas in vloeibaar oplosmiddel
moleculen zitten door elkaar heen

Slide 22 - Tekstslide

Suspensie = troebel

Vaste stof opgelost in een vloeistof


Slide 23 - Tekstslide

Emulsie
  • Vloeistof/ vloeistof
  • Troebel
  • Tweelagensysteem
  • Emulgator

Slide 24 - Tekstslide

Emulsie = troebel mengsel van vloeistofdruppels, verschil in dichtheid

Slide 25 - Tekstslide

ontmengen
emulsie
emulgator

Slide 26 - Tekstslide

Mengsels
Oplossing:  heldere vloeistof

Suspensie: een mengsel waar je NIET doorheen  kunt  kijken                                van een vaste stof in een vloeistof .
                        
Emulsie:      een mengsel van twee vloeistoffen waardoor je 
                        heen kunt kijken  
                      

Slide 27 - Tekstslide

nog meer soorten mengsels
  • nevel (mist); vloeistof fijn verdeeld in een gas
  • rook; vaste stof fijn verdeeld in een gas
  • legering (alliage); metaal gemengd met een ander metaal
  • schuim; is een mengsel van een gas in een vloeistof

Slide 28 - Tekstslide

ROOK
NEVEL
SCHUIM
VASTE STOF
GAS
GAS
GAS
VLOEISTOF
VLOEISTOF

Slide 29 - Sleepvraag

Troebel
Helder
Suspensie
Emulsie
Oplossing

Slide 30 - Sleepvraag

Spa rood is een ?
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
D
nevel

Slide 31 - Quizvraag

hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel

Slide 32 - Quizvraag

Water gemengd met zand is een
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing

Slide 33 - Quizvraag

Welk mengsel is altijd helder?
A
Suspensie
B
Oplossing
C
Emulsie
D
Emulgator

Slide 34 - Quizvraag

zouten
Bij oplossen ontstaan er ionen. 

NaCl (s) --> Na+ (aq) + Cl- (aq)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video