Landstede Groep

2.1, pinpas of portomonneee

2.1, pinpas of portomonneee
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.1, pinpas of portomonneee

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Controlerende opdrachten
Aan de slag
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil.

Je kunt een nieuw saldo berekenen.




Slide 3 - Tekstslide

Op welke manieren kan je bij de winkel allemaal betalen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een ander woord voor het bedrag dat je op je rekening hebt staan?
A
Geld
B
Saldo
C
Spaarrekening
D
Briefgeld

Slide 5 - Quizvraag

Hoe kwamen mensen aan andere spullen voordat er geld was?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Indirecte ruil
Directe ruil

Slide 12 - Sleepvraag

Indirecte ruil
Directe ruil

Slide 13 - Sleepvraag

Wat betekent saldo?

Slide 14 - Open vraag

Bereken:
Je hebt een saldo op je rekening van 15 euro. Je krijgt 5 euro zakgeld. Wat is je nieuwe saldo?

Slide 15 - Open vraag

Bereken:
Je hebt een saldo op je rekening van 15 euro. Je krijgt 5 euro zakgeld. Je gaat nu in de pauze 2 frikandelbroodjes halen die 1 euro kosten. Wat is je nieuwe saldo?

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag 
Maak H2.1 
Opdrachten 1 t/m 9 

Vandaag af in de les: 
Opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil.

Je kunt een nieuw saldo berekenen.




Slide 18 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Controlerende vragen
Aan de slag
Afsluiting 

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat elektronisch betalen is
Je weet het verschil tussen chartaal en giraal geld




Slide 20 - Tekstslide

Merel heeft 56,10 euro op haar rekening staan. Ze krijgt 11,30 euro zakgeld. Ze heeft ook nog de volgende uitgaven: 15 euro (fietsreparatie), 2,30 euro (lunch), 10 euro (kaartje bakfeest)
Wat is merel haar saldo na deze inkomsten en uitgaven?

Slide 21 - Open vraag

Indirecte ruil
Directe ruil

Slide 22 - Sleepvraag

Oefenen met rekenen
Maak opdracht 1, 2 en 3 van Rekenen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Giraal
Chartaal

Slide 26 - Sleepvraag

Aan de slag
Maken H2.1 
Opdrachten 4 t/m 17

Deze les tot en met opdracht 13 af. 

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat elektronisch betalen is
Je weet het verschil tussen chartaal en giraal geld




Slide 28 - Tekstslide