Landstede Groep

15.1 Westfaalse statensysteem

'Internationale machtsverhoudingen'
§15.1 Context: Westfaalse statensysteem
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

'Internationale machtsverhoudingen'
§15.1 Context: Westfaalse statensysteem

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik deze les?
  • Ik weet wat staatsvorming is
  • Ik ken de kenmerken van staten
  • Ik begrijp op welke manier de verschillende paradigma's tegen conflict aankijken
Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Of 
' de betekenis van staatsvorming' 
' de kenmerken van staten' 
etc

Als je eenmaal een staat bent, dan blijf je dat, ongeacht wat
er gebeurt. Net als een stad met stadsrechten.
Als je eenmaal een staat bent, dan blijf je dat, ongeacht wat er gebeurt. Net als een stad met stadsrechten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht tot een staat.

Slide 4 - Tekstslide

Zie pagina 94 in het lesboek van Seneca
Geweldsmonopolie
Als de staat het alleenrecht heeft om geweld te gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Zie pagina 95 in het lesboek van Seneca
Belastingmonopolie
Als de staat het alleenrecht heeft om belasting te innen.

Slide 6 - Tekstslide

Zie pagina 95 in het lesboek van Seneca

Slide 7 - Video

Dit filmpje legt de vorige drie dia's wat uitgebreider uit
Wat leer ik deze les?
  • Ik weet wat staatsvorming is
  • Ik ken de kenmerken van staten
  • Ik begrijp op welke manier de verschillende paradigma's tegen conflict aankijken
Leerdoelen

Slide 8 - Tekstslide

Of 
' de betekenis van staatsvorming' 
' de kenmerken van staten' 
etc

Wat zijn drie kenmerken van een staat?
Wat zijn drie kenmerken van een staat?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat zijn drie kenmerken van een staat?
Wat is interne en externe soevereiniteit?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Een staat is pas een staat als het aan deze drie kenmerken voldoet.
Een staat is pas een staat als het aan deze drie kenmerken voldoet: er is een groep mensen, er is een grondgebied, er is een gewelds- en belastingmonopolie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Kenmerken:
1. Er is een groep mensen
2. Er is grondgebied
3. Er is geweld- en belastingmonopolie
Lees bovenstaand artikel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wat vind jij: is Amerika een echte staat?
Wat vind jij: is Amerika een echte staat?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Non-interventiebeginsel
Soevereiniteitsbeginsel
De afspraak dat gelijkwaardige landen in Europa zich niet met elkaars interne aangelegenheden bemoeien.

Slide 14 - Tekstslide

Zie pagina 95 in het lesboek van Seneca

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst bij opdracht 3
Turkije en Syrië
Al jarenlang woedt er een burgeroorlog in Syrië tussen enerzijds de regering van president Assad, gesteund door Rusland en CHina, en anderzijds de rebellen die worden gesteund door het Westen. De oorlog begon in maart 2011 toen de bevolking demonstreerde tegen de dictatuur van Assad. Bij deze protesten vielen duizenden doden. Aanvankelijk wilden geen enkel land daadwerkelijk ingrijpen om Assad of de rebellen te helpen. Pas toen in augustus 2013 burgers omkwamen door het gebruik van chemische wapens, dreigden de Verenigde Staten met militaire acties. Ondertussen zijn er ook verschillende groepen rebellen tegen elkaar gaan vechten en dat maakt de strijd nog ingewikkelder.

Slide 16 - Tekstslide

Zie pagina 89-90 van het opdrachtenboek mw-vwo-deel2


In welke situatie zijn landen wel bereid het
non-interventiebeginsel te schenden?
Leg uit dat door het non-interventiebeginsel geen enkel ander land wilde ingrijpen

Slide 17 - Open vraag

De vraag is bij een burgeroorlog uiteraard wie de legitieme regering is: dictator Assad of de bevolking die in opstand kwam. Als de regering om steun vraagt aan een bondgenoot, bijvoorbeeld Rusland, zien we dat niet als interventie, wel als de VS de rebellen steunen. Maar wanneer mensenrechten in het geding komen spreken we weer van uitzonderingen op het non-interventiebeginsel.
Antwoord
  • Het non-interventiebeginsel stelt dat landen zich niet mogen bemoeien met de interne aangelegenheden van andere landen. Dat is niet meteen in het begin maar later wel gebeurd. 

Slide 18 - Tekstslide

Zie pagina 95 in het lesboek van Seneca


In welke situatie zijn landen wel bereid het
non-interventiebeginsel te schenden?
In welke situatie zijn landen wel bereid het non-interventiebeginsel te schenden?

Slide 19 - Open vraag

De vraag is bij een burgeroorlog uiteraard wie de legitieme regering is: dictator Assad of de bevolking die in opstand kwam. Als de regering om steun vraagt aan een bondgenoot, bijvoorbeeld Rusland, zien we dat niet als interventie, wel als de VS de rebellen steunen. Maar wanneer mensenrechten in het geding komen spreken we weer van uitzonderingen op het non-interventiebeginsel.
Antwoord
  • De vraag is bij een burgeroorlog uiteraard wie de legitieme regering is: dictator Assad of de bevolking die in opstand kwam. Als de regering om steun vraagt aan een bondgenoot, bijvoorbeeld Rusland, zien we dat niet als interventie, wel als de VS de rebellen steunen. Maar wanneer mensenrechten in het geding komen spreken we weer van uitzonderingen op het non-interventiebeginsel.

Slide 20 - Tekstslide

Zie pagina 95 in het lesboek van Seneca
Functionalisme paradigma
  • De maatschappij is een organisme waarin de samenstellende delen elk een eigen functie vervullen. 
  • Conflicten zijn uitzonderingssituaties die ontstaan als het functioneren van de relaties tussen mensen of andere instanties niet goed verloopt.

Slide 21 - Tekstslide

Zie pagina 95 in het lesboek van Seneca
Conflict-paradigma
  • De maatschappij is een 'arena' waarin groepen en individuen voortdurend met elkaar strijden om macht. 
  • Conflicten fungeren als de motor van maatschappelijke verandering. Conflicten hebben te maken met tegengestelde belangen.

Slide 22 - Tekstslide

Zie pagina 96 in het lesboek van Seneca
Sociaalconstructivisme-paradigma
  • Men is geïnteresseerd in de betekenis die door verschillende actoren aan bepaalde gedragingen wordt gehecht.
  • Conflict- en samenwerkingssituaties worden bekeken aan de hand van handelingen van mensen in deze situaties.

Slide 23 - Tekstslide

Zie pagina 96 in het lesboek van Seneca
Rationele-actor-paradigma
  • De aandacht ligt bij het omgaan van mensen met personen of groepen die tegengestelde doelen of belangen hebben.
  • Conflicten kunnen een belangrijke vernieuwende functie hebben.

Slide 24 - Tekstslide

Zie pagina 96 in het lesboek van Seneca
Sleep de uitspraak naar het juiste paradigma.
Functionalisme- paradigma
Conflict- paradigma
Sociaalconstructivisme- paradigma
Rationele-actor- paradigma
Het is een probleem dat de hoge economische klasse anderen waarden en belangen heeft dan de lage economische klasse.
Er kunnen conflicten ontstaan op het moment dat premier Rutte zal opstappen en zijn functie tijdelijk niet vervuld wordt omdat de harmonie even uit evenwicht is.
De rijke man komt in conflict met de armere vrouw, omdat de vrouw vindt dat de man zijn geld meer moet besteden aan dingen waar anderen ook van profiteren.
"Ik vind het leerzaam om te horen hoe anderen naar conflicten kijken en hoe ze weer tot samenwerken komen".

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd deze les?
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd deze les?
Wat vind je nog lastig?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb ik geleerd deze les?
  • Ik weet wat staatsvorming is
  • Ik ken de kenmerken van staten
  • Ik begrijp op welke manier de verschillende paradigma's tegen conflict aankijken
Leerdoelen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende Seneca-les gaat over:
Analyse van het statensysteem
Einde van de les 'Westfaalse statensysteem'

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies