Bij de regulatie zijn volgens het schema van afbeelding 8 drie hormonen betrokken.
1p 14 Geef de naam van het hormoon dat op plaats 1 ingevuld moet worden en de naam van het hormoon dat op plaats 2 ingevuld moet worden.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Bij de regulatie zijn volgens het schema van afbeelding 8 drie hormonen betrokken.
1p 14 Geef de naam van het hormoon dat op plaats 1 ingevuld moet worden en de naam van het hormoon dat op plaats 2 ingevuld moet worden.
Slide 1 - Tekstslide
Adrenaline
Glucagon
calcitonine
PTH
EPo
Oxytocine
FSH
TSH
GnRH
ADH
Insuline
Slide 2 - Sleepvraag
13.4 Regeling glucoseconcentratie
Slide 3 - Tekstslide
Door welke klier worden insuline en glucagon gemaakt?
A
Speekselklier
B
Schildklier
C
Alvleesklier
D
Bijnieren
Slide 4 - Quizvraag
Waar kan glycogeen worden opgeslagen in het lichaam?
A
Lever en spieren
B
Spieren en de huid
C
Lever en de huid
D
Alleen de lever
Slide 5 - Quizvraag
Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon
Slide 6 - Sleepvraag
Deze lessonup
- 13.4 Regeling glucoseconcentratie
- Oefeningen
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoel 13.4
Je leert hoe de regeling van het glucosegehalte in je bloed verloopt.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Bloedsuikerspiegel
Insuline: wordt afgegeven door de bètacellen bij een hoge bloedsuikerspiegel. Bevordert opname van glucose in cellen. Spieren en lever nemen glucose op en vormen glycogeen. Bloedsuikerspiegel daalt
Glucagon: wordt afgegeven door de alphacellen bij een lage bloedsuikerspiegel. Lever zet glycogeen om in glucose. Bloedsuikerspiegel stijgt
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Insuline: opname glucose cellen
1. insuline bindt aan receptoren
2. In cel hechten fosfaatgroepen aan receptor
3. cascade can reacties
4. blaasjes met glucosepoortjes versmelten met celmembraan
5. Glucosemoleculen stromen de cel in.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Adrenaline
Adrenaline: stresshormoon, wordt aangemaakt door de bijnieren (die BINAS 89A).
Zorgt voor extra afbraak glycogeen door de lever: extra glucose beschikbaar in het bloed voor vechten of vluchten.
Slide 16 - Tekstslide
Adrenaline
Slide 17 - Tekstslide
https:
Slide 18 - Link
Welke namen kun je bij hormoon 1 schrijven?
A
insuline
B
glucagon
C
glycogeen
D
adrenaline
Slide 19 - Quizvraag
Hoe veranderen de hormoonconcentraties van insuline en glucagon in het bloed na een maaltijd?
Slide 20 - Open vraag
Wat gebeurt er met de osmotische waarde van cellen wanneer zij glucose zouden opslaan in plaats van glycogeen?
Slide 21 - Open vraag
Insuline wordt gemaakt door de alvleesklier en is...
A
endocrien
B
exocrien
Slide 22 - Quizvraag
Als insuline bindt aan een receptor zorgt het ook dat cellen glucose opnemen. Wat voor soort hormoon is insuline?
A
een steroïdhormoon
B
een peptidehormoon
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Video
Diabetes
Slide 25 - Tekstslide
Lees blz. 172 diabetes
Slide 26 - Tekstslide
Eén van de symptomen van suikerziekte kan zijn dat de patiënten veel plassen. Hoe komt dit? Gebruik in je antwoord de termen 'osmotische waarde van de urine' en 'osmotische waarde van het bloed'.