Landstede Groep

Les 1: Mediawijsheid

Les 1
Mediawijsheid
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatievaardighedenMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 1
Mediawijsheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • We leren meer over de rol van de media
  • We leren meer over soorten media 
  • We leren meer over wat mediawijsheid betekent

Slide 2 - Tekstslide

  • Start!
  • Uitleg
  • Aan de slag 
  • Klaar?
  • Afsluiting
Inhoud
Klik op één 
van de iconen

Slide 3 - Tekstslide

Start!
Media via de smartphone

Slide 4 - Tekstslide

Stelling 1:

Ik wil zelf kunnen bepalen wat ik doe op het internet.

Slide 5 - Poll

Stelling 2:

Iedereen mag zijn mening delen via het internet ongeacht of het mensen kwetst.

Slide 6 - Poll

Stelling 3:

Ik vind het belangrijk dat nieuws 'waar' is.

Slide 7 - Poll

Uitleg 1
Ontstaan van de media

Media = Een communicatiemiddel. 

Een communicatiemiddel wordt ook vaak een nieuwsmedium genoemd. Een voorbeeld van een nieuwsmedium is bijvoorbeeld de krant of social-media. Door de jaren heen komen er nieuwsmediums bij en verdwijnen sommigen. 

Om media goed te begrijpen is het belangrijk om het verschil te weten tussen traditionele media en nieuwe media. 

    Traditionele media = Krant, radio en televisie 
    Nieuwe media = Digitale media, social-media



Traditionele media kenmerkt zich doordat ze eenrichtingsverkeer zijn. De boodschap wordt verzonden naar een grote groep. Dit wordt ook wel massacommunicatie genoemd. 
Nieuwe media kenmerkt zich vooral doordat de gebruikers de mogelijkheid hebben om met elkaar in contact te staan. Door de nieuwe media is de keuze veel groter geworden. Je kunt precies zien, horen of lezen waar jij op dat moment zin in hebt.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg 1
Anoniem met nieuwe media?
Door het gebruik van 'nieuwe media' kunnen we precies krijgen wat we op dat moment willen. Maar het toezicht op het gebruik is veel groter geworden. 

Als ik Netflix wil kijken dan moet ik inloggen. Als ik wil Whatsappen dan moet Whatsapp weten wie ik ben. 

Bij oude media kan je anoniem de krant lezen of tv kijken. Bij nieuwe media is dat veel moeilijker en dus weten 'nieuwe' mediabedrijven best goed wie ik ben.

Anonimiteit = onbekend/naamloosheid

Lara houdt van actiefilms en vindt series over geschiedenis heel leuk. Netflix weet dat Lara gemiddeld 10 uur per week Netflix kijkt.
Lara haar Whatsapp status is busy, maar die heeft ze al twee jaar niet meer aangepast. Ze heeft 4 gesprekken open staan en was 31 minuten geleden voor het laatst online.
Lara stuurt gemiddeld 30 snaps per dag. Ja ze vindt het top. Ze stuurt ze vooral naar vriendinnen en soms wat naar een leuke jongen.
Lara haar maat is M en haar schoenmaat is 38 soms 39. Amazon ziet dat Lara vooral veel bestelt na de 25ste van de maand. Misschien krijgt ze rond die tijd haar salaris? 
YouTube laat Lara veel video's over basketbal (haar hobby) en schattige hondjes zien. Lara haar mailadres is ************@gmail.com en ze is nog geen 18 jaar.

Slide 9 - Tekstslide

_______
____________
2017

_____
__________
_______________
2005

_______
_______________
__
Tijdlijn nieuwsmedium
___
_______
___________
2004

2006

2010

2011

________
Krant NL 1618
Oudste krant uit Nederland
Radio NL 1919
Eerste radio-uitzending in Nederland
TV journaal NL 1956
Eerste NTS (NOS) journaal
Computer in NL 1983
Intrede persoonlijke computer in Nederland
Touchscreen telefoon 1992
Eerste  touchscreen telefoon. Wist je dat je hier al een e-mail mee kon versturen?
WWW open 1991
Berners-Lee stelde het WereldWijde web open voor iedereen

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 1: Welk nieuwsmedium zou jij gebruiken? 
Ik wil snel een filmpje uploaden. Iedereen mag dit zien.
Ik wil betrouwbaar overkomen en een grote groep bereiken.
Ik wil een interview met een professor doen.
Ik wil een bericht delen met mijn vriendenkring.

Slide 11 - Sleepvraag

Vraag 2: Welk nieuwsmedium hoort bij welke situatie?
Ik zit in de bus onderweg naar school en open bij verkennen een aantal foto's van bekende influencers.
Ik krijg eerst een advertentie voordat ik het filmpje wil kijken wat ik leuk vind.
In de les bij Nederlands lezen we het laatste nieuws van de dag. 
In de avond kijk ik naar het jeugdjournaal.

Slide 12 - Sleepvraag

Vraag 3: Wat is mediawijsheid voor jou?

Omschrijf dit aan de hand van meerdere steekwoorden

Slide 13 - Woordweb


Vraag 3: Wat is mediawijsheid voor jou?

Omschrijf dit aan de hand van meerdere steekwoorden
Vraag 3: Wat is mediawijsheid voor jou?

Omschrijf dit aan de hand van meerdere steekwoorden
Vraag 4: 

Hoe mediawijs vind je dat je zelf bent?


010

Slide 14 - Poll

Uitleg 2 
Uitleg mediawijsheid 

Mediawijsheid is het veilig en slim inzetten van alle media, digitaal en niet digitaal. Uiteindelijk wil je mediawijs zijn om optimaal te kunnen deelnemen aan de wereld om je heen. 

Het begrip mediawijsheid wordt vaak gebruikt. Het gaat vooral over je gedrag en kennis. Hoe ga je bijvoorbeeld om met social-media en ben je bewust van de invloed van de media. 

Er zijn heel veel definities van het woord mediawijsheid. Wij hanteren deze definitie:

Mediawijsheid is een verzameling van vaardigheden die je nodig hebt om actief en bewust deel te nemen aan de mediasamenleving.
Video: mediawijsheid

Slide 15 - Tekstslide


Vraag 5: 

Kun je een voorbeeld bedenken waarbij jouw mediawijsheid werd getest? Leg uit wat er gebeurde.


Slide 16 - Open vraag


Vraag 6: 

Ik ben mediawijs als ik


A
Snel kan swipen op mijn mobiel.
B
Alle media, digitaal en niet digitaal, veilig en slim kan inzetten.
C
Kan deelnemen aan de samenleving.
D
Verschillende soorten social-media kan gebruiken.

Slide 17 - Quizvraag

Uitleg 3 
Media om ons heen

Media is overal. De rol van media wordt steeds groter. We gebruiken het dagelijks en komen er dagelijks ook mee in aanraking.

Om zo goed mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden die media bieden is het belangrijk dat wij mediawijs zijn. 

Als we niet mediawijs zijn, wordt het steeds lastiger om als burger goed te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Bekijk de voorbeelden hiernaast door op de hotspots knoppen te klikken.
Ook wij moeten mediawijs zijn. We hebben wel eens een WhatsApp van onze zoon gekregen of we 500,- euro konden overmaken, maar onze zoon vroeg dat zo raar aan ons. Het bleek onze zoon helemaal niet te zijn. 
Ik krijg het belangrijkste nieuws via Instagram, Tiktok en snapchat. Iets als een krant of de radio gebruik ik nooit. Wel probeer ik altijd te checken of het nieuws wat online staat echt of nep is. 
Door het gebruik van social media heb ik vrienden over heel de wereld. Als ik ga gamen dan kan ik met iemand gamen uit Australië of Brazilië, maar ik moet wel oppassen dat ik niet heel de dag ga gamen. Anders raak ik verslaafd aan gamen.

Slide 18 - Tekstslide


Vraag 7: 

Voor wie is mediawijsheid belangrijk?

A
Alleen voor jongeren
B
Alleen voor ouderen
C
Voor iedereen

Slide 19 - Quizvraag

Je hoort vaak de uitspraak dat media overal is, maar wat wordt daarmee bedoeld? Klik op de hotspots en ontdek waar media allemaal naar voren komt.
Een grote banner waarop een reclame staat. Ook hier heb je mediawijsheid voor nodig.
Hoe kom ik bij het winkelcentrum? Even Google Maps aan en je weet het. Maar bedenk wel dat Google vervolgens weet waar jij graag gaat winkelen.
Elke ochtend ga ik een kwartier met de bus naar school. In de bus controleer ik altijd mijn social media, mijn rooster voor school en app ik met vrienden. 
Checken hoe laat de metro, bus, tram of trein gaat? Grote kans dat je dit via je mobiel doet.
Jouw favoriete snackbar heeft een actie. 3 patatjes oorlog voor de prijs van twee. Je krijgt deze aanbieding via Instagram te zien. #mediaisoveralomonsheen.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 8: Bedenk nog een aantal voorbeelden waar jij op school, thuis of in het winkelcentrum media tegenkomt.

Slide 21 - Woordweb

Vraag 9: 

Draai aan de spinner en bespreek de situatie met de klas.
Hoe zou jij met deze situatie omgaan en wat heeft dit met mediawijsheid te maken?

Slide 22 - Tekstslide

Klaar?
Ben je klaar met de opdrachten?

Daag jezelf uit op de volgende slide.  

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht:

Via het programma van Padlet ga jij een moodboard maken. Per les voeg je hier de belangrijkste punten die je die les hebt geleerd aan toe. Je doet dit zelfstandig. 
Voorbeeld Padlet 
Denkvraag:

Wat betekent het om mediawijs te zijn? 
Opties die je kan gebruiken in Padlet

Slide 24 - Tekstslide

Een voorbeeld van hoe jouw Padlet er uiteindelijk (na vijf lessen) uit zou kunnen komen te zien. 
Je mag dit voorbeeld aanhouden of zelf een indeling maken.
Er is veel mogelijk in Padlet, gebruik je creativiteit! ;-)

Slide 25 - Tekstslide

Basisuitleg Padlet 
Video 1: Inloggen
Video 2: Padlet aanmaken
Video 3: Padlet bewerken
Video 4: Eventueel publiceren

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag met Padlet, succes!

Klik hier om naar Padlet te gaan en in te loggen.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
In de eerste sectie van de Padlet beantwoord je de volgende vragen. Bekijk de filmpjes op slide 26 om te zien hoe je een nieuwe sectie aanmaakt.

Belangrijk: neem eerst de vragen over en vervolgens de antwoorden. Je mag ook zelf nog belangrijke informatie toevoegen.  
De vragen:

1. Leg uit wat mediawijsheid voor jou betekent.
2. Wat is het verschil tussen traditionele media en nieuwe media?
3. Noem 3 voorbeelden van traditionele media.
4. Noem 3 voorbeelden van nieuwe media.






Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
Traditionele
media
Vraag om mee te nemen...

Kan ik een actie voor mijzelf verzinnen waardoor ik een stukje mediawijzer wordt? 
Media is overal
Nieuwe media
Je bent mediawijs als je
  • Alle media, digitaal en niet digitaal, veilig en slim kan inzetten.

Wat is mediawijsheid?
  • Vaardigheden die je nodig hebt om actief en bewust deel te nemen aan de mediasamenleving.

Slide 29 - Tekstslide

Deze les

=

Wat is media en mediawijsheid?

Volgende les

=

Wat is de invloed van de media?

Slide 30 - Tekstslide