Landstede Groep
‹Terug naar zoeken

Engels Vervolg A1 - Thema 1 Jij & anderen Les 1

Engels Vervolg Thema 1
Jij & anderen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Engels Vervolg Thema 1
Jij & anderen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik...
  • iets over mijzelf vertellen in het Engels met behulp van het woordblok
  • iets over anderen vertellen in het Engels met behulp van het woordblok en afbeeldingen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app       

Slide 3 - Tekstslide

De docent geeft altijd het goede voorbeeld en positioneert zichzelf bovenaan de schoolladder op zowel kennis, vocabulaire als attitude. Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen, noemt namen, maakt een praatje en besteed aandacht aan het welbevinden van de leerlingen. De leerlingen zitten startklaar met bijvoorbeeld spullen voor zich en zijn ingelogd in LessonUp of een vergelijkbaar digitaal leermiddel. De docent eist 100% aandacht voordat hij start met de les en spreekt verwachtingen uit die specifiek, concreet, samenhangend en waarneembaar zijn geformuleerd.

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sara en haar vriend, Alex, komen allebei uit Los Angeles.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Instructie 
Maken blz. 9 opdr 2
Luister naar het woordblok
Oefenen woordblok 1A op blz. 10
Leer voor jezelf de woorden.
Je krijgt hiervoor 5 minuten.
Ben je klaar voor de quiz? 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"the Netherlands"?
A
Nederland
B
Dutch
C
Holland
D
Nederlands

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"welcome"?
A
hoi
B
welkom
C
hallo
D
fijn er te zijn

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"too"?
A
haar
B
mooi
C
ook
D
met

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"very"?
A
haar
B
mooi
C
dark
D
erg,heel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"big"?
A
haar
B
lang
C
ogen
D
groot

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"best"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"great"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"dutch"?
A
Ned
B
Deuzige
C
Holland
D
Nederlands

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"with"?
A
wit
B
mooi
C
ook
D
met

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"hair"?
A
haar
B
mooi
C
dark
D
erg,heel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"long"?
A
haar
B
lang
C
eyes
D
groot

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"always"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"a lot of"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"dark"?
A
haar
B
mooi
C
dark
D
erg,heel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"her"?
A
haar
B
lang
C
eyes
D
groot

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"happy"?
A
altijd
B
vrolijk
C
beste
D
veel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"again"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"beautiful"?
A
haar
B
mooi
C
ook
D
erg,heel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"eyes"?
A
haar
B
lang
C
ogen
D
groot

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"picture"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord
"watch"?
A
kijk
B
foto
C
geweldige
D
weer

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken


Maak opdracht 3 en 4 op bladzijde 11 en 12.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie 
Luister naar opdracht 5 op blz. 13.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Luister naar de vlog van Jamila.
Vul tijdens en na het luisteren opdracht 6 en 7 in.

Vergelijk je antwoorden met je buurman of buurvrouw. Zijn jullie het met elkaar eens?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandige verwerking
Maak opdracht 8 t/m 11 op bladzijde 15 en 16 van het werkboek.
Gebruik hierbij het woordblok en uitdrukkingenblok. Zo kun je ook zelf controleren of je de woorden goed hebt geschreven.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de woorden.
I
live
Arnhem
in

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de woorden.
my
to
Welcome
vlog

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de woorden.
likes
dance
to
She

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de woorden.
cool
She
looks
always

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar je buurman of buurvrouw. Probeer in het Engels een kenmerk van hem/haar op te schrijven.
Voorbeeld: He has brown hair. She is tall.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk nog eens naar je buurman of buurvrouw. Probeer nu nog een keer in het Engels een kenmerk van hem/haar op te schrijven.
Voorbeeld: He has brown hair. She is tall.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Kijk nu nog eens naar de toets. Controleer de woorden en verbeter de fouten. Gebruik indien nodig het woordblok op bladzijde 10 van je werkboek.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel nieuwe woorden heb jij vandaag geleerd?
020

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed kun je nu iets vertellen over jezelf en anderen in het Engels?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies