Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Herhalingsles persoonsvorm + onderwerp (les 6)
Persoonsvorm en onderwerp
Wat ga je leren?
- Je leert wat het onderwerp is
- Je oefent weer met de persoonsvorm
- Je kan in de zin een persoonsvorm en een onderwerp vinden.
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2,4
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Persoonsvorm en onderwerp
Wat ga je leren?
- Je leert wat het onderwerp is
- Je oefent weer met de persoonsvorm
- Je kan in de zin een persoonsvorm en een onderwerp vinden.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm?
Wat is een persoonsvorm?
Slide 2 - Tekstslide
1. Maak de zin vragend.
Het werkwoord dat aan het begin van de zin komt, is de persoonsvorm.
2. Zet de zin in een andere tijd.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 3 - Tekstslide
Hoe vind je het onderwerp?
Het onderwerp is een ding of een persoon die in de zin iets doet of iets is.
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Wat is de persoonsvorm?
Zalmen zwemmen altijd tegen de stroom in.
A
Zalmen
B
zwemmen
C
altijd
D
tegen de stroom in
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Mijn vader heeft een tuinbouwbedrijf dat komkommers kweekt.
A
Mijn vader
B
heeft
C
een tuinbouwbedrijf
D
komkommers
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het onderwerp
Biologie is mijn lievelingsvak op school.
A
is
B
biologie
C
mijn lievelingsvak
D
op school
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Khalid is allergisch voor parkieten.
A
is
B
Khalid
C
allergisch
D
voor parkieten
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Wij halen morgen een hond uit het dierenasiel.
A
wij
B
halen
C
een hond
D
uit het dierenasiel
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Op de markt in Frankrijk verkopen boeren levende kippen en eenden.
A
op de markt in Frankrijk
B
verkopen
C
boeren
D
levende kippen en eenden.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
De begroeiing van de dijk werd te hoog.
A
De begroeiing van de dijk
B
werd
C
te
D
hoog
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
De wolf is in Nederland een zeer zeldzaam dier.
A
De wolf
B
is
C
in Nederland
D
een zeer zeldzaam dier.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
De reuzenaronskelk bloeit om de paar jaar.
A
om de paar jaar
B
De reuzenaronskelk
C
bloeit
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Op school krijgen wij een les over plastic afval in de oceanen.
A
wij
B
op school
C
krijgen
Slide 16 - Quizvraag