H9 - elektriciteit

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Samenvatting hoofdstuk 9 - vragen

Werken met elektriciteit 

Is magnetisme dan ook een vorm van energie?

1. Ja
2. Nee

Je ziet hier een voorbeeld van magnetisme.
Wat voor grijze stof kan dit zijn?

1. Puntenslijpsel
2. Zand
3. Stof
4. Ijzervijlsel

Waar kunnen we het magnetisme mee vergroten?
* meerdere antwoorden goed

1. Stroom verhogen
2. Meer windingen
3. Zacht staal
4. Permanent magneet

Welke stoffen worden door een magneet aangetrokken?

Welk elektrische onderdeel zie je hier?

1. Relais
2. Reedcontact
3. Transformator
4. Diode

Een reedcontact is een elektro-magnetische schakelaar.

1. Juist
2. Onjuist

Welk symbool
zie je hier?

1. LED
2. Diode
3. Transistor
4. Reedcontact

Gaat de zoemer zoemen als de deur opengaat?

1. Nee, want dan is het reedcontact dicht
2. Ja, want dan is het reedcontact dicht
3. Nee, want dan is het reedcontact open
4. Ja, want dan is het reedcontact open

In een schakeling is een relais opgenomen als schakelaar.
Door welk onderdeel wordt het relais bediend?

1. anker
2. breekcontact
3. elektromagneet
4. spoel

Welk symbool
zie je hier?

1. LED
2. Relais
3. Transistor
4. Reedcontact

Wat is de functie van het relais?

1. Het relais meet de spanning
2. Het relais werkt als spanningsdeler
3. Het relais meet de stroomsterkte
4. Het relais werkt als schakelaar

Wat is een relais?

1. Een elektrische schakelaar
2. Een magnetische schakelaar
3. Een lichtschakelaar
4. Een drukschakelaar

Welke apparatuur staat
op de foto?

1. Krachtmeter
2. Weegschaal
3. Transformator
4. Relais

Welk symbool
zie je hier?

1. LED
2. Diode
3. Transistor
4. Reedcontact

Wat is NTC?

1. Lichtgevoelige weerstand
2. Temperatuursgevoelige weerstand
3. Constante weerstand
4. Een diode

Wat is dit van symbool.

1. Fet
2. Gecombineerde diode
3. Mosfet
4. Transistor

En wat betekent het symbool hiernaast?

1. LDR
2. NTC
3. LED
4. diode

In de afbeelding is het symbool te zien voor een .....

1. NTC
2. LDR
3. LED
4. Diode

Welk onderdeel is afgebeeld?

1. Diode
2. Transistor
3. Condensator
4. NTC

In de afbeelding is het symbool te zien voor een .....

1. NTC
2. LDR
3. LED
4. Diode

De weerstand van een NTC kan in korte tijd sterk veranderen.
Wanneer wordt de weerstand van een NTC groter?

1. Meer licht op de NTC
2. Minder licht op de NTC
3. Temperatuur van de NTC daalt.
4. Temperatuur van de NTC stijgt.

Welk onderdeel is afgebeeld?

1. Weerstandje
2. Transistor
3. LED
4. NTC

Welke weerstand wordt hier gebruikt?

1. NTC
2. LDR

Wat gebeurt er met een NTC als de temperatuur ervan stijgt?

1. R stijgt
2. R wordt kleiner
3. R blijft gelijk
4. NTC gaat kapot

LED lamp is een lichtgevend..

1. Weerstand
2. Diode

Je drukt de schakelaar in. De LED gaat branden. Hoe kan dit?

1. Transformator A heeft een grotere uitgangsspanning als transformator B
2. Transformator B heeft een grotere uitgangsspanning als transformator A
3. De uitgangsspanningen van beide transformatoren zijn even groot

Hoeveel spoelen heeft een transformator?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Aan welke kant van deze
transformator staat de
grootste spanning?

1. links (primaire spoel)
2. rechts (secundaire spoel)

De koperdraad van de spoel geleid stroom?

1. Niet waar
2. Wel waar

De ijzeren kern van de spoel zorgt voor...

1. Versterking van magnetisch veld
2. Stroomkring onderbreken
3. Geleid geen stroom

Jeroen sluit het autolampje (45 W / 12 V) aan op een spanning van 12 V.
Bereken de stroomsterkte die Jeroen op de stroommeter afleest.

De docent sluit de lamp (30 W) aan op spanning van 12 V.
Bereken de stroomsterkte (denk aan de 5 stappen)

Over de primaire spoel van een lader met 1000 windingen staat een wisselspanning van 230 V. Voor een smartphone heb je een spanning nodig van 5 V. Bereken het aantal windingen van de secundaire spoel.

Een parallelschakeling bestaat uit twee weerstanden van 22 ohm en 47 ohm. Bereken de vervangingsweerstand