Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
Persoonlijke mail
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 3,4
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lees voor...
Slide 2 - Tekstslide
Lees voor ...
Slide 3 - Tekstslide
Lees voor ...
Slide 4 - Tekstslide
Lees voor ...
Slide 5 - Tekstslide
Kijk nog een keer goed naar de mail ...
Er volgen zo detail-vragen over de opbouw
Slide 6 - Tekstslide
Wat is juist?
A
Lieber Lucas
B
Liebe Lucas,
C
Lieber Lucas,
D
Liebe Lucas
Slide 7 - Quizvraag
De mail begon met een hoofdletter.
A
goed
B
fout
C
weet niet
Slide 8 - Quizvraag
Na de slotgroet komt geen komma.
A
goed
B
fout
C
weet niet
Slide 9 - Quizvraag
Je sluit je mail af met je voor- en achternaam.
A
goed
B
fout
C
weet niet
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
De aanhef voor een jongen is:
Slide 12 - Open vraag
De aanhef voor een meisje is:
Slide 13 - Open vraag
Na de aanhef volgt een komma.
A
wel
B
niet
Slide 14 - Quizvraag
De eerste zin na de aanhef begint met een ... (welk type letter?)
Slide 15 - Open vraag
Tussen de alinea's sla je een regel over.
A
wel
B
niet
Slide 16 - Quizvraag
Na de slotgroet volgt een komma.
A
wel
B
niet
Slide 17 - Quizvraag
Je sluit de mail uiteindelijk af met jouw ...
Slide 18 - Open vraag
Vertaal:
Hoe gaat het met jou?
Slide 19 - Woordweb
Vertaal:
We kunnen naar de stad gaan.
Slide 20 - Woordweb
Vertaal:
Wat vind jij ervan?
Slide 21 - Woordweb
Vertaal:
Heb je al vakantie?
Slide 22 - Woordweb
Vertaal:
Je kunt een paar dagen blijven.
Slide 23 - Woordweb
Vertaal:
Ik hoop dat je snel antwoord.
Slide 24 - Woordweb
Vertaal:
groetjes
Slide 25 - Woordweb
Welke tip kun jij aan je klasgenoten geven over het schrijven van een mail in het Duits?
Slide 26 - Open vraag
Schrijf een e-mail aan je neef Bas:
1) Schrijf een aanhef.
2) Vraag hoe het gaat.
3) Vertel hoe het met jou gaat.
4) Schrijf wanneer jij jarig bent.
5) Nodig hem uit voor het feest.
6) Vertel wat jij graag voor je verjaardag zou krijgen.
7) Sluit af
Check: Großbuchstaben, werkwoorden, leestekens.
Klaar? Arbeitsbuch Seite zweiundzwanzig: Aufgabe 10, 11, 12
Slide 27 - Tekstslide