herhaling en afsluiting hoofdstuk 2+ veiligheid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Los deze vast op:

Als ik een schaakstuk van zilver (ρ=10,5) heb met een volume van 330 mm^3 wat zou dan de massa zijn?

Programma van de les

Herhaling

Vragen?

Zelfstandig aan de slag

Als ik een schaakstuk van zilver (ρ=10,5) heb met een volume van 330 mm^3 wat zou dan de massa zijn?

G:  ρ= 10,5 g/cm^3

V= 330 mm^3 = 0,33 cm^3

G: m = ....g

U:  ρ=m/V => m = ρ * V

m = 10,5 * 0,33 = 3,465 gram

Bij gebruik van een gasbrander is het verplicht om:

1. Labjas aan te doen
2. Een flesje water bij de hand te houden voor het geval dat .....
3. Labjas aan te doen, lange haren opbinden en een veiligheidsbril op
4. Labjas aan te doen, lange haren opbinden, een veiligheidsbril op en een hoofddoek af.

Welk antwoord is onjuist?
Tijdens het werken met een brander moet je altijd:

1. Een veiligheidsbril dragen
2. Een labjas aandoen
3. Lang haar opbinden
4. Handschoenen dragen

Een reageerbuis met inhoud moet je altijd naar een veilige plek richten

1. Waar
2. Niet waar

1	bekerglas
2	reageerbuis
3	trechter
4	maatcilinder
5	erlenmeyer

Sleep de nummer bij het glaswerk naar de juiste naam.

1

2

3

4

5

Wat is de dichtheid?

Wat is de formule voor de berekening van het volume van een cilinder?

Bereken de dichtheid van het blokje.

p=(​cm​3​​​​g​​)

    dichtheid = 

 massa: volume

Doel van de les

De leerling weet wat hij/zij nog moet leren voor de toets.

De leerling kent de veiligheidsmaatregelen in het lokaal

De leerling kent de stofeigenschappen en gevarensymbolen

De leerling kan het volume van verschillende voorwerpen bepalen/berekenen

De leerling kan werken met de dichtheid.

Module veiligheid

• Veiligheidsmaatregelen in het lokaal
• Glaswerk bij NASK
• Vuur en blussen
• Omrekenen van eenheden
• Gevarensymbolen
• Stofeigenschappen

Hoofdstuk 2

• Stofeigenschappen
• Gevarensymbolen
• Massa en volume
• Dichtheid

Leerdoelen van de toets (1)

• De leerling kan verschillende veiligheidsmaatregelen in het lokaal noemen en kan vertellen hoe ze werken.
• De leerlingen kunnen de namen benoemen van verschillend glaswerk.
• De leerlingen weten hoe ze nauwkeurig kunnen meten met glaswerk. (zie ook figuur 21,  paragraaf 3)
• De leerlingen kennen de branddriehoek.
• De leerlingen weten hoe ze vuur kunnen blussen en met welke blussers dat zou kunnen

Leerdoelen van de toets (2)

• De leerlingen weten hoe de brander werkt en kennen de onderdelen van de brander.
• De leerlingen kent de gevarensymbolen en kan het juiste symbool bij een omschrijving plakken.
• De leerling kent minimaal 5 stofeigenschappen en kan daarmee stoffen herkennen

Leerdoelen van de toets (3)

• De leerling kan eenheden omrekenen (enkele en kubieke).
• De leerling weet hoe hij de massa van voorwerpen moet meten
• De leerling weet hoe het volume van voorwerpen kan bepalen .(onderdompelmethode, formule)
• De leerlingen kan het volume van allerlei voorwerpen uitrekenen.
• De leerling weet wat de dichtheid is en kent de formule. 
• De leerling kan de dichtheid van allerlei stoffen uitrekenen en kan bepalen van welke stof een voorwerp is gemaakt.

De vraag heb ik nog voor de toets:

Online methode

Klassencode: 

Oefentoetsjes per paragraaf

Zelfstandig aan de slag

Kies nu zelf een onderdeel wat je nog wilt leren:

- Test jezelf

- Samenvatten (let op de tips)

- Uitleg vragen (elkaar/docent)

- Oefenen: 

rekenvragenmaker

rekenvragenmaker

omrekenen eenheden

omrekenen eenheden