Landstede Groep

2.2: Sociale wetten

H2: Sociale zekerheid en verzorgingsstaat
2.2: Sociale wetten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2: Sociale zekerheid en verzorgingsstaat
2.2: Sociale wetten

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling introductie (voor de vakantie)
In H2 leer je meer over de verzorgingsstaat in Nederland. Denk aan pensioen, loon als je ziek/arbeidsongeschikt bent, wat als je je baan verliest etc. 

Dit is lang niet altijd zo geweest. Dit hoofdstuk leer je meer over hoe en waarom al deze veranderingen zijn gebeurd. Het hoofdstuk heeft wat overlap met H1. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe verschillende politieke groepen naar de sociale kwestie keken.

2. Je kunt een opsomming van verschillende sociale wetten geven.

3. Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse overheid omging met de crisis van de jaren dertig.

Slide 3 - Tekstslide


Vraag: "Waarom accepteren de mensen de lage lonen en slechte werkomstandigheden, volgens jou"? 

Slide 4 - Open vraag

Aandacht voor de arbeider
Armoede bestond altijd al. Met de industrialisatie en verstedelijking werd het beter zichtbaar voor de rijkere burgers.

Schrijvers, artsen en journalisten besteden aandacht aan de slechte situaties en besmettelijke ziektes waren een gevaar voor iedereen

De samenleving had ook meer aan gezonde arbeiders dan aan mensen die snel ziek werden. Daarom werd de sociale kwestie eind 19e eeuw een belangrijk onderwerp in de politiek. 

Slide 5 - Tekstslide

Confessionelen
De confessionelen maakten zich zorgen over de ideeën en het gedrag van de arbeiders. Veel arme arbeiders trokken zich minder van de kerk aan en meer van het socialisme. Met een volle werkweek was er weinig tijd voor kerkbezoek. 

Confessionelen zagen veel arbeiders vervallen in problemen als alcoholmisbruik en criminaliteit. De invloed van de kerk nam af! 

Slide 6 - Tekstslide

Ondertussen werden verschillende vakbonden opgericht. Zo stonden werknemers sterker tegen de fabrikanten. In de politiek kwam het socialisme vooral op voor de belangen van de arbeiders. 

Eind 19e eeuw kwamen er steeds vaker demonstraties die uit de hand liepen. Veel politici waren bang dat deze onrust zou leiden tot grotere opstanden of zelfs een revolutie. 

Socialisme

Slide 7 - Tekstslide

Sociale wetten
Veel politici wilden de slechte omstandigheden verbeteren met sociale wetten

  • 1. Het kinderwetje van Van Houten die kinderarbeid tot 12 jaar niet toestond. 
  • 2. De arbeidswet (1889) gericht op vrouwen en jongeren (12-16). Ging over werktijden en veiligheid. 
  • 3. Leerplichtwet (1901): kinderen van 6 tot 12 moesten onderwijs volgen.
  • 4. Ongevallenwet (1901). Hier werd de eerste sociale verzekering opgezet. Arbeiders die gevaarlijk werk deden, waren verplicht verzekerd. Ze kregen een uitkering als ze door een ongeluk niet meer konden werken. 
  • 5. De woningwet (1901). Hier kwamen nieuwe regels voor nieuwe woningen en om slechte huizen op te laten knappen. 

De overheid ging zich voor het eerst actief bemoeien met het welzijn van de burgers. 


Slide 8 - Tekstslide


Wie heeft in het midden van de negentiende eeuw recht op een overheidsuitkering?
A
Iemand die werkloos of ziek was.
B
Iemand die ziek of oud was.
C
Iemand die werkloos, oud of ziek was.
D
Geen van de genoemde groepen

Slide 9 - Quizvraag


Welke uitspraak over midden 19e eeuw is onjuist?

A
Veel politici en ministers zijn liberaal.
B
De kerken vinden het niet de taak van de overheid om arme burgers te helpen.
C
De Armenwet verplicht kerken om arme burgers te helpen.
D
Alle genoemde uitspraken zijn onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde (oorzaak-gevolg):
Uitbraak besmettelijke ziektes
Bouw arbeiders-wijken
Slechte leefom-standig-heden
Industrialisatie
Verstede-lijking

Slide 11 - Sleepvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Welke sociale wet wordt hiernaast uitgebeeld?
A
De Leerplichtwet
B
De werkloosheidwet
C
Kinderwetje van van Houten
D
De AOW

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek:
sociale zekerheid
medische kennis
leefomgeving
armenzorg
liefdadigheid

Slide 13 - Sleepvraag

Leerdoelen-evaluatie
1. Je kunt beschrijven hoe verschillende politieke groepen naar de sociale kwestie keken.

2. Je kunt een opsomming van verschillende sociale wetten geven.




Slide 14 - Tekstslide

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Volgende keer 

Afmaken 2.1: Oriëntatie

Opdr. 1a - 11c
Maak 2.2: sociale wetten 

Opdr. 1a - 21c. 
Verder met deze paragraaf. 

Slide 15 - Tekstslide

H2: Sociale zekerheid en verzorgingsstaat
2.2: Sociale wetten

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe verschillende politieke groepen naar de sociale kwestie keken.

2. Je kunt een opsomming van verschillende sociale wetten geven.

3. Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse overheid omging met de crisis van de jaren dertig.

Slide 17 - Tekstslide

Crisis in de jaren 30
De beurskrach op Wall Street in 1929 leidde tot een wereldwijde economische crisis in de jaren dertig, ook in Nederland. 

Veel mensen kwamen zonder werk te zitten. De werkloosheid steeg van 100.000 mensen in 1930 tot 480.000 in 1936. De armoede onder de bevolking was groot. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Steun in crisistijden
De werkloosheid steeg enorm. Mensen kregen steun in de vorm van een uitkering. Deze was heel laag. 

Om steun te krijgen, moesten werklozen stempelen. Twee keer per werkdag moesten ze bij een stempellokaal een stempel halen. Zo konden ze niet stiekem werken, terwijl ze steun kregen. 

Als je steun kreeg, kon je verplicht worden om mee te doen aan werkverschaffingsprojecten. Dit was zwaar werk, zoals het uitgraven van kanalen/aanleggen van dijken. 

Slide 20 - Tekstslide

Hendrik Colijn
In 1933 werd Hendrik Colijn minister-president. Zijn regering nam geen dure maatregelen om de economie op gang te helpen, zoals andere landen. Nederland voerde de aanpassingspolitiek: er werd flink geld bezuinigd. Het steunbedrag voor werklozen werd bijvoorbeeld verlaagd. 

Dit vergrootte de armoede alleen maar, de politiek van Colijn was geen succes. In Nederland duurde de crisis langer dan in andere landen.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe goed beheers jij nu de leerdoelen?
1 vinger: totaal niet.
2 vingers: een klein beetje
3 vingers: voldoende. 
4 vingers: goed
5 vingers: zeer goed!
1. Je kunt beschrijven hoe verschillende politieke groepen naar de sociale kwestie keken.

2. Je kunt een opsomming van verschillende sociale wetten geven.

3. Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse overheid omging met de crisis van de jaren dertig.

Slide 22 - Tekstslide

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Volgende keer 

Maak 2.2: Sociale wetten

Opdr. 1a - 21c. 
Nakijken via Tijd voor GS. 
Hoe ziet de verzorgingsstaat er verder uit?

Slide 23 - Tekstslide