Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Landstede Groep
‹
Terug naar zoeken
11.1 Eten
11.1. Eten
Je leert deze les:
- Hoe kauwen dieren
- Hoe eten dieren
- Hoe eten planten
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
11.1. Eten
Je leert deze les:
- Hoe kauwen dieren
- Hoe eten dieren
- Hoe eten planten
Slide 1 - Tekstslide
Herbivoor of planteneter
Planteneters eten alleen planten of delen van planten zoals bladeren, zaden, nectar en schors. Gedroogde planten kan ook, zoals hooi.
Slide 2 - Tekstslide
Carnivoor of vleeseter
Vleeseters eten levende of dode dieren.
Slide 3 - Tekstslide
Omnivoor of alleseter
Alleseters eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel.
Slide 4 - Tekstslide
Hoe wordt een planteneter ook wel genoemd?
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor
D
Flexitariër
Slide 5 - Quizvraag
Wat weet je over
uiterlijk van planteneter?
Slide 6 - Woordweb
Planteneters
Slide 7 - Tekstslide
Welk dier hoort bij wat?
planteneter
vleeseter
alleseter
Slide 8 - Sleepvraag
Hoe kauwen dieren?
Planteneters (bijv. koeien) hebben plooikiezen.
Vleeseters (bijv. honden) hebben grote scherpe hoektanden en knipkiezen
Alleseters (bijv. mensen/varkens) hebben snijtanden en knobbelkiezen.
Slide 9 - Tekstslide
Planteneters
----------------------------------
Plantaardig voedsel is moeilijk fijn te krijgen --> komt door de celwand
Plooikiezen krijgt de celwand kapot
Plooikiezen hebben harde richels
Vleeseters
----------------------------------
Dierlijke cellen hebben geen celwand
Geen plooikiezen nodig
Wel scherpe hoektanden
--> doden en verscheuren prooi
Knipkiezen --> knippen vlees in stukjes
Slide 10 - Tekstslide
Alleseters
----------------------------------
Eten plantaardig en dierlijk voedsel
Snijtanden en hoektanden om eten 'los' te knippen
Knobbelkiezen --> eten goed te malen
Slide 11 - Tekstslide
Planteneters, alleseters, vleeseters
Slide 12 - Tekstslide
Wat kun je aan het gebit van dieren zien?
A
In welke omgeving het dier leeft.
B
Wat voor voedsel een dier eet
C
Wat een dier lekker vindt ruiken.
D
Hoe groot een dier is.
Slide 13 - Quizvraag
Dit dier heeft plooikiezen. Dit dier is een
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
Slide 14 - Quizvraag
Dit dier heeft knobbelkiezen. Dit dier is een
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
Slide 15 - Quizvraag
Een dier heeft knipkiezen. Dit dier is een:
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter
Slide 16 - Quizvraag
In het gebit van een zeehond zitten snijtanden en scherpe kiezen. Ook heeft hij grote hoektanden. Bij welke groep dieren hoort een zeehond?
A
Alleseters
B
Vleeseters
C
Plantenetesr
Slide 17 - Quizvraag
Verteringstelsel van dieren
Verteren is het klein maken van voedsel.
Planteneters
-->
de celwand is moeilijk te verteren. Voedsel moet lang in verteringstelsel zitten. Extra lang verteringsstelsel
Vleeseters -->
Dierlijke cellen zijn makkelijk te verteren. Vleeseters hebben een kort verteringsstelsel
Alleseters -->
Kan dierlijk-plantaardig voedsel verteren. Hebben een middellang verteringsstelsel
Slide 18 - Tekstslide
Planteneter
Slide 19 - Tekstslide
Vleeseter
Slide 20 - Tekstslide
Een planteneter heeft een
A
Kort verteringsstelsel
B
Middellang verteringsstelsel
C
Lang verteringsstelsel
Slide 21 - Quizvraag
Planteneters eten plantaardig voedsel. Plantaardig voedsel is
A
gemakkelijk te verteren
B
moeilijk te verteren
C
niet te verteren
Slide 22 - Quizvraag
Waarom is plantaardig voedsel moeilijk te verteren?
Slide 23 - Open vraag
Wat eten planten?
Slide 24 - Tekstslide
Wat eten planten?
Herhalin
g
Water
Mineralen
Koolstofdioxide
(wat wij uitademen!)
Hiermee maken ze
glucose
, een voeddingsstof
Slide 25 - Tekstslide
Hoe maakt een plant glucose?
Planten maken glucose in de
bladgroenkorrels
Het maken van glucose heet
fotosynthese
Voor fotosynthese is nodig:
Water
Koolstofdioxide
Zonlicht (voor energie)
Daardoor komt er:
Glucose
Zuurstof (welke wij weer inademen)
Slide 26 - Tekstslide
Hoe maakt een plant glucose?
Planten maken glucose in de
bladgroenkorrels
Het maken van glucose heet
fotosynthese
Slide 27 - Tekstslide
Welke andere stoffen maakt een plant?
Glucose wordt gebruikt voor energie voor groeien en overleven.
Eiwitten
zijn nodig om te groeien. De plant maakt ze uit
mineralen.
Zetmeel
en
vetten
zijn
reservestoffen
.
Als je een plant eet, krijg je de voedingsstoffen van die plant binnen
Slide 28 - Tekstslide
De bladgroenkorrel zorgt voor fotosynthese
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quizvraag
Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.
Slide 30 - Quizvraag
Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen? (instinker)
A
Door fotosynthese komt er steeds nieuw voedsel op aarde.
B
Door fotosynthese wordt de lucht gezuiverd.
C
Door fotosynthese komt er energie vrij.
D
Door fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
Slide 31 - Quizvraag
Bij fotosynthese ontstaat er
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
water
Slide 32 - Quizvraag
Voor fotosynthese is licht nodig
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Maak 11.1 in je werkboek
- Lees zo nodig de tekst bij paragraaf 11.1
- Klaar? Maak een foto en verstuur via teams
Slide 34 - Tekstslide