1 of 2 bedrijven hebben de macht, groot marktaandeel
-->marktaandeel = afzet merk / afzet markt x 100
- kartelvorming (illegaal)
homogeen oligopolie: olie
heterogeen oligopolie: mobiele telefoon
Slide 10 - Tekstslide
monopolie
1 aanbieder
veel macht voor aanbieder
Slide 11 - Tekstslide
MONOPOLIE
VOLKOMEN CONCURRENTIE
MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE
OLIGOPOLIE
2
Aanbieders: één
Heterogeen / homogeen: beide
1
Aanbieders: veel
Heterogeen / homogeen: heterogeen
3
Aanbieders: enkele
Heterogeen / homogeen: beide
4
Aanbieders: veel
Heterogeen / homogeen: homogeen
Slide 12 - Sleepvraag
Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie
Slide 13 - Quizvraag
I Bij homogene goederen is de concurrentie feller dan bij heterogene producten II Naarmate er minder concurrentie is, hebben aanbieders meer invloed op de prijs van hun product.
A
Beide beweringen zijn juist.
B
Beide beweringen zijn onjuist.
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist en bewering II is juist.
Slide 14 - Quizvraag
Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Monopolistische concurrentie
Slide 15 - Quizvraag
Heterogene producten kunnen voorkomen op de volgende marktvormen. I. volkomen concurrentie II. oligopolie
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout
Slide 16 - Quizvraag
Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoons.
A
Oligopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Volkomen concurrentie
Slide 17 - Quizvraag
Een ondernemer heeft te maken met een gegeven prijs. Als MO>MK zal bij uitbreiding van de productie met een eenheid