Landstede Groep

§ 9.1 Magnetisme

Magnetisme
In de natuur komen natuurlijke magneten voor.

Deze trekken elkaar maar ook 
ijzer, nikkel en kobalt aan.
Je hebt ook kunstmatige magneten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Magnetisme
In de natuur komen natuurlijke magneten voor.

Deze trekken elkaar maar ook 
ijzer, nikkel en kobalt aan.
Je hebt ook kunstmatige magneten

Slide 1 - Tekstslide

Noord en zuidpool
1
2

Slide 2 - Tekstslide

Type magneten

Permanente magneet => Is altijd magnetisch


Elektromagneet => Wordt magnetisch wanneer er stroom door de spoel loopt





Slide 3 - Tekstslide

Voordelen elektromagneet
  • Een elektromagneet kan je aan en uit zetten
  • De sterkte van de magneet is instelbaar
  • Een elektromagneet kan sterker zijn dan permanente magneet
  • Je kan de polen van de magneet verwisselen

Slide 4 - Tekstslide

Magnetisme
De allergrootste magneet
  • Permanente magneet
  • van ijzer, cobalt of nikkel
  • altijd AAN (of UIT)
  • magnetiseren
Elementair magneetjes

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

Elektromagneet
  • Een elektrische stroom in een draad
    wekt een magnetisch veld op
  • Bij een enkele draad is dit niet of
    nauwelijks merkbaar
  • In een spoel kan dit een
    zeer sterke magneet opleveren
  • De sterkte van zo'n elektromagneet
    hangt af van:
  • De stroomsterkte
  • het aantal windingen
  • de aanwezigheid van een ijzeren kern

Slide 8 - Tekstslide

Permanente magneet

Slide 9 - Tekstslide

Een magnetisch veld loopt van
de noordpool naar de zuidpool
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Alle metalen kunnen worden gemagnetiseerd
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Metalen die gemagnetiseerd kunnen worden zijn:
A
lood, ijzer en zink
B
ijzer, zink en nikkel
C
lood, kobalt en ijzer
D
ijzer, nikkel en kobalt

Slide 12 - Quizvraag

Welke bewering klopt
A
Gelijknamige- en ongelijknamige polen stoten elkaar af
B
Gelijknamige polen stoten elkaar af en ongelijknamige polen trekken elkaar aan
C
Gelijknamige polen trekken elkaar aan en ongelijknamige polen stoten elkaar af
D
Gelijknamige- en ongelijknamige polen trekken elkaar aan

Slide 13 - Quizvraag

Een elektromagneet kun je aan- en uit zetten
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Bij een elektromagneet kun je de noord- en zuidpool omdraaien
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

De sterkte van een elektromagneet hangt af van:
1. het materiaal van de spoel
2. de sterkte van de stroom
3. het aantal windingen
4. het materiaal van de kern
A
1, 2, 3 en 4
B
1, 2 en 3
C
1, 3 en 4
D
2, 3 en 4

Slide 16 - Quizvraag

Veldlijnen
Om een magneet bevindt zich het magneetveld.
Dit is het gebied waarin de magnetische kracht werkt.


Slide 17 - Tekstslide

Eigenschappen veldlijnen
Veldlijnen lopen buiten de magneet van de
 noordpool naar de zuidpool

Binnen de magneet van de zuidpool naar de noordpool

Bij de polen lopen de meeste veldlijnen en is de magneetkracht het grootste

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aard magneetveld
Waar wijst de noordpool van de kompas heen?
1

Slide 20 - Tekstslide

Reed contact

Slide 21 - Tekstslide

Reedcontact

Een beweegbaar stukje ijzer wordt door een magneet tegen de stroomdraad getrokken. Hierdoor wordt de schakelaar gesloten en kan de stroom door de kring bewegen.


Voorbeeld de kilometerteller op de fiets 

Slide 22 - Tekstslide

Het relais
Met een relais kun je als een schakelaar gebruiken om een apparaat AAN en UIT te zetten.
  • Buitenlampen

  • Startmotor
  • Alarmen




Slide 23 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag
Maak in groepjes (3 a 4 personen per groep) § 9.1
Aan het einde van de les presenteerd elke groep 1 vraag. 

Slide 24 - Tekstslide