Landstede Groep

GS herh 2.2 en intro 2.3 TH 2

Oefentoetsje 2.2
Check hiermee of je de leerdoelen van 2.2 hebt gehaald
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoetsje 2.2
Check hiermee of je de leerdoelen van 2.2 hebt gehaald

Slide 1 - Tekstslide

2.2 Leerdoel 1
Je kunt uitleggen hoe de Franse revolutie begon.

Slide 2 - Tekstslide

Lodewijk XVI gaf (o.a.) veel geld uit aan oorlogen. Daardoor raakte hij in

Slide 3 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde?
1: De opstand slaat over naar heel Frankrijk
2: De vertegenwoordigers van de 3e stand roepen zichzelf uit tot de Nationale Vergadering
3: De vertegenwoordigers van de drie standen komen bijeen in Versailles
4: In Parijs komt het volk in opstand en verovert de Bastille (14-7-1789)
A
3-2-1-4
B
2-3-4-1
C
3-2-4-1
D
1-2-3-4

Slide 4 - Quizvraag

Je kunt uitleggen hoe de Franse revolutie begon.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 5 - Quizvraag

2.2 Leerdoel 2
Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen plaatsvonden tijdens de Franse revolutie.

Slide 6 - Tekstslide

De Nationale Vergadering was eerst
A
gematigd
B
radicaal

Slide 7 - Quizvraag

Er kwam een democratische

Slide 8 - Open vraag

De Nationale Vergadering werd daarna
A
gematigd
B
radicaal

Slide 9 - Quizvraag

Frankrijk werd in plaats van een koninkrijk een

Slide 10 - Open vraag

Lodewijk, zijn vrouw en later duizenden anderen stierven onder de

Slide 11 - Open vraag

Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen plaatsvonden tijdens de Franse revolutie.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 12 - Quizvraag

2.2 Leerdoel 3
Je kunt uitleggen welke binnenlandse veranderingen onder Napoleon plaatsvonden.

Slide 13 - Tekstslide

Napoleon nam de macht over met een

Slide 14 - Open vraag

Nadat Napoleon zich met een grondwet liet benoemen tot dictator, mocht het volk erover
A
klagen
B
stemmen
C
weigeren
D
in opstand komen

Slide 15 - Quizvraag

Napoleon was wel beïnvloed door de

Slide 16 - Open vraag

Napoleon zorgde voor meer onderlinge

Slide 17 - Open vraag

Je kunt uitleggen welke binnenlandse veranderingen onder Napoleon plaatsvonden.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 18 - Quizvraag

2.2 Leerdoel 4
Je kunt uitleggen hoe een groot deel van Europa onder Franse heerschappij kwam te staan.

Slide 19 - Tekstslide

Napoleon had een groot leger door de militaire

Slide 20 - Open vraag

Napoleon had een gemotiveerd leger, omdat
A
de soldaten goed konden vechten
B
de soldaten goede wapens hadden
C
de soldaten hadden aan Napoleon een goede generaal
D
de soldaten vochten voor waarin ze geloofden (vrijheid!)

Slide 21 - Quizvraag

Alle (door Napoleon) veroverde Europese gebieden stonden onder Frans

Slide 22 - Open vraag

Napoleons leven eindigde
A
in 1815 onder de guillotine
B
in 1813 op het eiland Elba
C
in 1821 op het eiland St. Helena
D
in 1815 op het slagveld in Waterloo

Slide 23 - Quizvraag

Je kunt uitleggen hoe een groot deel van Europa onder Franse heerschappij kwam te staan.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 24 - Quizvraag

Introductie 2.3
Een korte kennismaking met de nieuwe paragraaf
(3 leerdoelen)

Slide 25 - Tekstslide

Je kunt uitleggen waarom en hoe de Nederlandse patriotten in opstand kwamen.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 26 - Quizvraag

Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen plaatsvonden vanaf 1795 in Nederland.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 27 - Quizvraag

Je kunt uitleggen welke invloed de Fransen hadden in Nederland.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video