Landstede Groep

H3 p3

De balans van de overheid
Je kunt de financiele balans van de overheid uitleggen 
Je kent het verschil tussen begrotings- en financieringstekort

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De balans van de overheid
Je kunt de financiele balans van de overheid uitleggen 
Je kent het verschil tussen begrotings- en financieringstekort

Slide 1 - Tekstslide

Marktfalen
Er komt een verkeerde prijs tot stand door de markt (vraag en aanbod). 

De prijs van onderwijs is te hoog, onderwijs is positief, dus verlaagt de overheid de prijs van onderwijs. 
Een verkeerde prijs heet marktfalen. (Prijzen van milieu schadelijke producten zijn vaak te laag = marktfalen)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Inleiding
De inkomsten van de overheid bestaan voor het grootste deel uit belastinginkomsten.

Als de overheidsinkomsten kleiner zijn dan de overheidsuitgaven, moet de overheid lenen. Dit verschil heet het financieringstekort. De staatsschuld neemt hierdoor toe. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de twee grootste uitgavenposten van de overheid?

Slide 5 - Open vraag

Uitgaven overheid 395 mld

Slide 6 - Tekstslide

Uitgaven: Structureel/incidenteel

Structureel --> Uitgaven die jaarlijks terugkomen: Onderwijs, defensie, gezondheidszorg, infrastructuur ...

Incidenteel --> Opvang asielzoekers, coronasteun, hulp aan Oekraine

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de twee grootste inkomstenposten van de overheid?

Slide 8 - Open vraag

Inkomsten overheid 366,4 mld 

Slide 9 - Tekstslide

Inkomsten
Directe belastingen (Gaat direct naar overheid, betaal je zelf)
- Inkomstenbelasting
-Erfbelasting
- Vennootschapsbelasting 
Indirecte belastingen: (Betaling zit in prijs)
- Btw, Accijns
- Milieubelasting

Slide 10 - Tekstslide

Gespreide belasting beter voor overheid
Leren: 2x een belasting van €0,50 in 2 periodes levert de overheid meer geld op dan 1x een belasting van €1,-


En ik ga jullie lekker niet uitleggen waarom. 

Slide 11 - Tekstslide

Begrotingstekort/Financieringstekort
Overzicht overheid:

totale inkomsten € 250 mld
totale uitgaven € 270 mld
incl. aflossingen € 5 mld
De overheid komt dus een bedrag van € 20 mld. tekort. Dat bedrag moeten geleend worden (op de kapitaalmarkt). Dit noemen we het begrotingstekort.

Slide 12 - Tekstslide

Schuld stijgt met....
Tekort = 20 miljard
Echter wordt er 5 miljard afgelost

Schuld stijgt dus met 15 miljard = financieringstekort

Geld lenen door uitgeven staatsobligatie --> Lening aan de overheid

Slide 13 - Tekstslide

Staatsschuldquote
De staatsschuldquote is staatsschuld als percentage van het nationaal inkomen.

Slide 14 - Tekstslide

Stabiliteitspact 
Afspraken in EU dat de tekorten niet te groot mogen worden :
Begrotingstekort: Elk jaar maximaal 3% van het BBP
Staatsschuld: Maximaal 60% van het BBP

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Maken 
Hfst 4: 
Paragraaf 1, vraag 1,2,3 en 4
Paragraaf 2 --> Vraag 2 & 6
Paragraaf 3 --> Vraag 2,3,4,6,7 & 9

Vrijdag paragraaf 4, vraag 1 t/m 4

Slide 17 - Tekstslide