Landstede Groep

H7 H7.3 Stelling van Pythagoras

Stelling van 
Pythagoras
Vlakke meetkunde
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stelling van 
Pythagoras
Vlakke meetkunde

Slide 1 - Tekstslide

Uit de vorige les
  • Je weet dat Pythagoras alleen kan bij RECHTHOEKIGE driehoeken

  • De vierkanten (kwadraten) van de 2 korte zijden even groot is als het vierkant (kwadraat) van de langste zijde

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer je in deze les?
  • De lengte van de langste zijde berekenen met de stelling van Pythagoras.

Slide 3 - Tekstslide

Welke stelling over de stelling van Pythagoras is fout
A
De driehoek moet een rechte hoek hebben
B
Door het schema te gebruiken hoef ik niet de vierkanten te tekenen
C
Als je 2 zijden weet kun je de 3e berekenen
D
A, B en C zijn wel goed!

Slide 4 - Quizvraag

A: Ja, De driehoek moet een rechte hoek hebben

Slide 5 - Tekstslide

B: Ja, door het schema te gebruiken hoef ik niet de vierkanten te tekenen
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  = 12         144 
AC  = 15          225
Bijvoorbeeld: 
een vierkant van 15 bij 15 heeft 225 hokjes

Slide 6 - Tekstslide

C; Ja, als je 2 zijden weet kun je de 3e berekenen
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  = 12         144 
AC  =          
Bijvoorbeeld: 
Je weet nu dat het grootste vierkant 225 moet zijn

Slide 7 - Tekstslide

C; Ja, als je 2 zijden weet kun je de 3e berekenen
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  =              ...

AC  = 15         225
Maar ook: 
Je kunt berekenen hoe groot het kleine vierkant zou zijn

Slide 8 - Tekstslide

7-2 Stelling van Pythagoras

Slide 9 - Tekstslide

De stelling van Pythagoras
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  = 12         144 
AC  = 15          225
Langste zijde
(grootste vierkant)
Rechthoekszijden
(kleine vierkanten)

Slide 10 - Tekstslide


Hoe groot is het vierkant aan de zijde van 4 cm?
A
4 cm
B
8 cm2
C
16 cm2
D
50 cm

Slide 11 - Quizvraag


Hoe groot is het vierkant aan de zijde van 2,5 cm?
A
2,5 cm
B
6,25 cm2
C
10 cm2
D
50 cm

Slide 12 - Quizvraag


Hoe groot is het vierkant aan de langste zijde?
A
20 cm
B
20 cm2
C
25 cm
D
25 cm2

Slide 13 - Quizvraag


Wat kun je
nu zeggen?
Zijde
kwadraat
RZ = 2,5 cm
6,25
RZ = 4 cm
16
SZ = 5 cm
25
A
De optelling klopt niet (6,25 + 16 is niet 25)
B
Er zit geen rechte hoek in de driehoek
C
Dus het is geen rechthoekige driehoek
D
A, B en C zijn allemaal goed goed

Slide 14 - Quizvraag

7-3 Stelling van Pythagoras

Slide 15 - Tekstslide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 4 cm
9
16                  +
SZ = 5 cm
25

Slide 16 - Tekstslide

Hoe bereken je de langste zijde met de stelling van Pythagoras?
  1. Maak een schema en vul het linkergedeelte in. Schrijf altijd de langste zijde onderaan.
  2. Bereken de kwadraten van de rechthoekszijden en tel ze op.
  3. Bereken de lengte van de langste zijde.                                                            Schrijf onder of naast het schema het                                                          antwoord. Rond zo nodig af op één decimaal.

Bijvoorbeeld: 
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 4 cm
9
16                  +
SZ = 5 cm
25
25=5cm

Slide 17 - Tekstslide

Bereken de lengte van zijde BC
Rond af op 2 decimalen

Slide 18 - Open vraag

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = AC = ... cm
RZ = AB = ... cm

                  +
SZ = BC = ... cm

Slide 19 - Tekstslide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 7 cm

                  +
SZ = ? cm

Slide 20 - Tekstslide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 7 cm
9
49                 +
SZ = ? cm
58

Slide 21 - Tekstslide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
AC = 3 cm
AB = 7 cm
9
49                 +
BC = ? cm
58
58=7,6157...

Slide 22 - Tekstslide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
AC = 3 cm
AB = 7 cm
9
49                 +
BC = 7,62 cm
58
58=7,6157...Dus7,62

Slide 23 - Tekstslide

Wat weet je nu?
  • Je kent de stelling van Pythagoras
  • Je weet hoe je het schema moet gebruiken bij het rekenen   met de stelling van Pythagoras
  • Je kunt de langste zijde uitrekenen

Maak H7 Opg. 19, 21, 23 + Nakijken

Slide 24 - Tekstslide