Landstede Groep

Spreekwoorden gezegdes mavo april 2023

Spreekwoorden, gezegden & uitdrukkingen
Aan het eind van deze les:

  • Ken je het verschil tussen spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen 
  • Ken je de betekenis van enkele spreekwoorden, gezegden en  uitdrukkingen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Spreekwoorden, gezegden & uitdrukkingen
Aan het eind van deze les:

  • Ken je het verschil tussen spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen 
  • Ken je de betekenis van enkele spreekwoorden, gezegden en  uitdrukkingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk of letterlijk taalgebruik
In spreekwoorden, gezegdes en uitdrukkingen wordt  figuurlijk taalgebruik gebruikt.

Wat is figuurlijk  taalgebruik?  En wat letterlijk taalgebruik?



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk of letterlijk taalgebruik

Letterlijke betekenis:

Het ene kind schopt het andere kind tegen zijn kont.

Figuurlijke betekenis:
De mentor zegt: ‘Die leerling heeft een schop onder zijn kont nodig.’ 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekwoord
Gezegde & 
Uitdrukking? 

altijd figuurlijk taalgebruik!

Maar wat is nu het verschil tussen deze drie?




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekwoord
  • Een spreekwoord is een vaste zin met een vaste woordvolgorde 
  • Bevat een wijsheid of tip.

Bijvoorbeeld:
Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

Wat is de betekenis van deze spreekwoorden?




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezegde
  • Bevat, in tegensteling tot een spreekwoord, vaak geen wijsheid
  • Het is een zinsdeel (een stukje van de zin). 

Bijvoorbeeld 
Rik en Pieter zijn vrienden, door dik en dun.

Met hart en ziel heb ik mij op dit werkstuk gestort.

Slide 7 - Tekstslide

Deze kan je eventueel weglaten
Uitdrukking 
  • In een uitdrukking komt vaak een werkwoord voor  (verschil met gezegde) en daardoor kun je de woordvolgorde veranderen.
  • Een hele zin
  • Bevat meestal geen wijsheden

Bijvoorbeeld:
Hij lacht als een boer met kiespijn OF Als een boer met kiespijn lachte hij.

 'Er als de kippen bij zijn', OF 'Zij zijn er altijd als de kippen bij als het gratis is'.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz


Weet jij de  betekenis van de volgende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen?




 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent "De hond in de pot vinden?"
A
Ik vind het eten vies
B
Thuis komen en al het eten is al op
C
Iets kwijt zijn en op gekke plaatsen zoeken
D
De hond in de pot is een recept uit China

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent "Je vingers erbij aflikken"
A
Streng op iemand letten
B
Honger hebben
C
Iets heel graag lusten
D
Niet weten hoe iets moet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van "Boontje komt om zijn loontje?"
A
Iemand wil meer geld
B
Hij wil alles zelf doen
C
Hij kan er niks aan doen
D
Eigen schuld, dikke bult

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kind kan de was doen.
A
Ook als iets onmogelijk lijkt, kan het toch gebeuren.
B
Dat is heel gemakkelijk.
C
Overbodig werk doen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een storm in een glas water
drukte maken om niks

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:
Het is weer koek en ei tussen hen.
A
Ze hebben ruzie
B
Ze gaan samen koken
C
Ze zijn verliefd
D
De ruzie is voorbij, ze zijn weer vrienden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwsgierig Aagje:
spreekwoord, gezegde of uitdrukking?
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
gezegde

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De appel valt niet ver van de boom
A
Het is nergens beter dan thuis
B
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
C
Kinderen lijken vaak op hun ouders
D
Hele goede vrienden zijn

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekwoorden contest
Wat: zoek, in duo's, op het internet een spreekwoord op die jullie leuk vinden en waarvan jullie de betekenis snappen. 5 minuten

Hoe: bedenk samen hoe je dit spreekwoord wilt uitbeelden (tekenen, uitbeelden, hints,...).  5 minuten voorbereidingstijd

En dan?: Docent wijst duo's aan die voor in de klas het spreekwoord gaan uitbeelden. De klas raadt...






Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies