Landstede Groep

Maatschappelijk vraagstuk

Welk maatschappelijk vraagstuk houdt jou bezig?
1 / 19
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welk maatschappelijk vraagstuk houdt jou bezig?

Slide 1 - Woordweb

We kunnen alleen van een rechtsstaat spreken als:
I. de staatsmacht gescheiden is.
II. burgers de staat als scheidsrechter accepteren.
III. er een grondwet is opgesteld.
IV. er ook sprake is van een sociale rechtsstaat.
A
I, II en III zijn juist.
B
III en IV zijn juist.
C
I, III en IV zijn juist.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 2 - Quizvraag

De trias politica berust op het idee:
A
dat politici corrupt zijn en dus gecontroleerd moeten worden.
B
dat burgers en overheid gelijk zijn aan elkaar
C
dat de verschillende machten gezamenlijk conflicten oplossen.
D
dat burgers beschermd willen worden tegen machtsmisbruik van de overheid.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het voornaamste verschil tussen privaatrecht en publiekrecht?
A
Bij privaatrecht staan organisaties tegenover elkaar, bij publiekrecht burgers.
B
Bij publiekrecht vervult de overheid geen rol, bij privaatrecht wel.
C
Bij publiekrecht is sprake van strafbaar gedrag, bij privaatrecht niet.
D
Bij privaatrecht staan burgers tegenover elkaar, bij publiekrecht staat een burger tegenover de overheid.

Slide 4 - Quizvraag

Nederland kreeg in 1789 zijn eerste grondwet, maar pas in 1917 kregen de mannen kiesrecht en de vrouwen nog twee jaar later.
Streep door en vul aan.
Nederland was tussen 1789 en 1917 WEL / GEEN rechtsstaat, want …

Slide 5 - Open vraag

De Verenigde Staten kennen het principe van ‘plea bargaining’.
Leg uit wat plea bargaining precies inhoudt.

Slide 6 - Open vraag

I. De macht van de huidige koning(in) in Nederland is kenmerkend voor een absolute monarchie.
II. De macht van de huidige koning(in) is beperkt door de grondwet.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 7 - Quizvraag

Als de gemeente een nieuwe weg wil aanleggen, moet zij alle belanghebbenden de mogelijkheid geven bezwaar te maken tegen die weg.
Onder welk rechtsgebied valt dit?
A
Staatsrecht.
B
Bestuursrecht.
C
Privaatrecht.
D
Ondernemingsrecht.

Slide 8 - Quizvraag

Het doel van de trias politica is dat:
A
burgers hun eigenbelang kunnen nastreven.
B
burgers en overheid evenveel macht krijgen.
C
politici de vrije hand krijgen bij het besturen.
D
burgers beschermd worden tegen de overheid.

Slide 9 - Quizvraag

Na voetbalrellen neemt de politie tien supporters mee naar het bureau. Ze worden verdacht van geweldpleging en vernieling.
De politie mag de supporters:
I. een schikking aanbieden.
II. veroordelen tot een geldboete.
III. fouilleren.
A
Alleen I is juist.
B
I en II zijn juist.
C
Alleen III is juist.
D
I, II en III zijn juist.

Slide 10 - Quizvraag


Slide 11 - Open vraag

Welke onderwerpen spelen een rol bij de verkiezingscampagne?

Slide 12 - Open vraag

Welk onderwerp vind jij interessant?

Slide 13 - Open vraag

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

Slide 14 - Open vraag

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

Slide 15 - Open vraag

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

Slide 16 - Open vraag

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

Slide 17 - Open vraag

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

Slide 18 - Open vraag

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

Slide 19 - Open vraag