Vragen bij 3.3 (blz 100 t/m 103
1. Hoe noem je de groepen die gezien kunnen worden als de voorloper van de politieke partijen vandaag de dag?2. Wat wordt bedoeld met een one-issuepartij? Noem ook twee voorbeelden.
3. Wanneer kan een politieke partij (pas!) verboden worden?
4. Noem de 5 functies van politieke partijen en leg deze in eigen woorden uit.
5. Welke twee maatschappelijke ontwikkelingen zorgden ervoor dat kiezers niet meer hun hele leven vanzelfsprekend op dezelfde partij stemden?
6. Leg uit: Welke functies (genoemd bij 4) komen volgens jou in de knel door een een dalen ledenaantal van politieke partijen?
7. Wat wordt ermee bedoeld dat 'bereik van nationale politiek minder is geworden'?
8. Noem twee voorbeelden van fracties in het Europees parlement.