In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Introductie
Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen wat vooroordelen en stereotypen zijn en op welke manier ze tot discriminatie kunnen leiden
Onderdelen in deze les
Pluriforme samenleving
Hoe kijk je naar anderen?
Vorige les
Stereotype en vooroordelen
Verwerkingsopdracht: Stereotypering
Presentatie PPT Etnische cultuur
Aan de slag
Terugblik
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een etnische subcultuur?
A
Sporters
B
Schakers
C
Skaters
D
Surinamers
Slide 2 - Quizvraag
Pluriforme samenleving
Hoe kijk je naar anderen?
Doelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen stereotypering en een vooroordeel
Hoe verminderen we vooroordelen en discrimineren?
Slide 3 - Tekstslide
Vooroordeel
Een oordeel over iemand of iets,
zonder dat je de feiten of persoon kent
Slide 4 - Tekstslide
Vooroordelen kunnen zowel positief als negatief zijn
Eens
Oneens
Een beetje
Slide 5 - Poll
Een vooroordeel kan ook van toepassing zijn op een hele groep met mensen.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Stereotypen
Een vooroordeel over een hele groep,
niet op één persoon
Slide 7 - Tekstslide
Wat is geen voorbeeld van een stereotypering
A
Surinamers zijn lui
B
Blondjes zijn dom
C
Die boer met dat twentesjaaltje
D
Marokkanen zijn criminelen
Slide 8 - Quizvraag
Voorbeelden
"Marokkanen zijn criminelen."
"Surinamers zijn lui."
"Homo's zijn verwijfd."
"Blondjes zijn dom."
"...en Belgen ook!"
Slide 9 - Tekstslide
Bedenk een voorbeeld van een vooroordeel en stereotypering Doe het zo: Vooroordeel = Stereotypering =
Slide 10 - Open vraag
Aan de slag
Als je denkt aan Belgen, Duitsers, Marokkanen, Nederlanders, welke kenmerken hebben zij dan volgens jou? Schrijf per groep drie kenmerken op.
Ken jij mensen die volledig aan dit beeld van een bepaalde nationaliteit voldoen? Schrijf voor jezelf op wie dat zijn.
Ken jij mensen die niet helemaal of helemaal niet aan dit beeld van een bepaalde nationaliteit vol doen? Schrijf voor jezelf op wie dat zijn.
Klaar? Vergelijk je werk in tweetallen. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Nabespreking
Passen alle mensen binnen de genoemde kenmerken van deze nationale groepen?
Wat betekent het dat niet iedereen binnen de categorieën te plaatsen is?
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht culturen
Deze opdracht bestaat uit het maken van een PowerPoint van een bepaalde cultuur/land. Deze kun je aan je klasgenoten presenteren. Deze opdracht maak je alleen
Lees het stencil en ga aan de slag.
Volgende les: woensdag presenteren in groepen.
Klaar? Werkboek maken: Migratie naar Nederland paragraaf 3: opdracht 1 t/m 10 (112-113)
Slide 13 - Tekstslide
Einde
Slide 14 - Tekstslide
Stereotypering
A
Mensen benadelen op grond van hun huidskleur.
B
Vooroordeel over een groep mensen.
C
Het niet terecht behandelen van (groepen) personen op grond van iets dat er niets mee te maken heeft.
D
Het bevoordelen van mensen met een achterstand.
Slide 15 - Quizvraag
Een vooroordeel kan ook van toepassing zijn op een hele groep met mensen.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Integratieprobleem oplossen
Veel immigranten hebben moeite om mee te komen in de Nederlandse samenleving. Schrijf eerst op waarmee ze moeite mee hebben. Schrijf er minimaal 3 op.
Bedenk dan minimaal drie dingen hoe je ze zou kunnen helpen. (individueel)
Vervolgens mag je met je groep in de vergadering vergelijking (samen antwoord geven)
Na 10 minuten automatisch terug naar de les.
Uitkomst: Jullie hebben een probleem of problemen opgeschreven waar immigranten tegen aanlopen. Je hebt hierbij een aantal oplossing bedacht.
Klaar: Nakijken 4.4 en 4.3 -- Maak op de vlucht blz. 98.