In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Programma
Uitleg paragraaf 4.4 kosten van vervoer
Maken paragraaf 4.4
Slide 1 - Tekstslide
§4.4 Kosten van vervoer
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat de kosten van een vervoermiddel zijn
Ik kan de kosten van een vervoermiddel berekenen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat zijn de kosten van vervoer?
Slide 5 - Tekstslide
Benzinekosten
Deze kosten zijn afhankelijk van het gebruik. Het zijn gebruikskosten.
Deze kosten horen in je budgetplan bij de dagelijkse uitgaven.
Onderhoudskosten
Deze kosten zijn afhankelijk van het gebruik. Het zijn gebruikskosten.
Verzekeringspremie
Je bent verplicht een WA brommerverzekering af te sluiten. Deze kosten horen bij je vaste lasten. Het zijn vaste kosten.
Waardevermindering
Door het gebruik neemt de waarde van de scooter af. De scooter is niet meer waard wat je ervoor hebt betaald. Wanneer je de scooter verkoopt en er nog geld voor krijgt, heeft de scooter nog wel restwaarde.
De waardevermindering - derestwaarde moet je maandelijks reserveren voor vervanging. Dit hoort dan in je budgetplan bij de incidentele uitgaven.
Voor een auto betaal je motorrijtuigenbelasting. Hoeveel belasting je betaalt is afhankelijk van het gewicht van de auto en de brandstof (diesel of benzine, gas, electriciteit).
Een verzekering die de kosten dekt wanneer je schade veroorzaakt.
APK
Algemene periodieke keuring (APK). Dit is een verplichte keuring. Zonder geldige APK mag je met je auto niet de weg op.
Slide 7 - Tekstslide
Kosten per kilometer berekenen
de totale kosten per periode berekenen
het aantal gereden kilometers in dezelfde periode berekenen
Formule =
Kosten per kilometer = totale kosten: het aantal kilometers
Slide 8 - Tekstslide
Johan rijdt op de scooter naar school en naar zijn bijbaantje. Hij rijdt jaarlijks ca. 6000 km. De onderhoudskosten zijn 150 euro per jaar. De benzine kost 1250 euro per jaar.