Landstede Groep

B3 Gedrag oefenvragen

D1BTh5 B4
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

D1BTh5 B4
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide


Er zijn dieren die alleen leven.
Ze leven niet in een groep.

Hoe noem je dat?
A
ze leven solitair
B
ze leven in een roedel
C
bijvoorbeeld een kat
D
ze leven in een kudde

Slide 2 - Quizvraag


Hoe, van wie, wanneer heb jij sociaal gedrag geleerd?
A
liefdevolle aandacht van de ouder(s) / verzorger(s)
B
sociaal gedrag te zien van anderen en het daarna te oefenen. Zo kun je het later toepassen
C
te spelen met 'soortgenoten' (bijv. als peuter met andere kinderen spelen)
D
A, B en C zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 4 - Quizvraag

Het territorium
Wat is NIET waar?

A
verdedigen door te dreigen
B
verdedigen door te vechten
C
groot genoeg voor het grootbrengen van de jongen
D
Bij elke diersoort is het territorium even groot

Slide 5 - Quizvraag

Hoe komt het dat meestal de sterkste dieren van een roedel voor het nageslacht zorgen?

A
de grootste kans op sterke nakomelingen
B
de grootste kans op mannelijke nakomelingen
C
de grootste kans op vrouwelijke nakomelingen
D
de grootste kans op zwakke nakomelingen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zie je de rangorde in een groep?

Wat is NIET waar?
A
de sterkste planten zich meestal voort
B
binnen een bedrijf neemt de baas meestal de belangrijke beslissingen
C
De dominante dieren eten eerst hun buikje vol
D
Je kunt de rangorde in een groep nooit zien

Slide 7 - Quizvraag

Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde.
Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats

Slide 8 - Quizvraag

In welke groep dieren verwacht je de minste ruzie?
A
Zwakke leider
B
Onduidelijke rangorde
C
Waar geen rangorde is
D
Sterke leider

Slide 9 - Quizvraag

Wolven leven van prooien die veel groter zijn dan zijzelf.
Die kunnen ze alleen overmeesteren wanneer ze samenwerken.
In de groep heeft elke wolf zijn plek in de rangorde.
In het algemeen is de taakverdeling in een rangorde in het voordeel van
A
het individu
B
de groep
C
het individu en de groep
D
de soort

Slide 10 - Quizvraag

Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten:
*kip 1 pikt kip 4
*kip 2 pikt kippen 1,3,en 4
*kip 3 pikt kip 1 en 4
Wat is de rangorde in de ze groep?

A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is kip 2, 4,3 en als laatste 1

Slide 11 - Quizvraag

Wat is GEEN reden om je territorium
te markeren?
A
Het zoeken van voedsel
B
Om jongen in groot te brengen
C
Om soortgenoten uit te nodigen
D
Het bouwen van een nest

Slide 12 - Quizvraag

Hoe bepaalt een hond zijn territorium?
A
door te piepen
B
door tegen iets aan te plassen
C
door te kwispelen
D
Door te rollen over de grond

Slide 13 - Quizvraag

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een territorium?
A
De heg om de achtertuin van de buurman
B
Een kolonie mantelmeeuwen op Ameland
C
Een kudde koeien in een weiland
D
De ruimte die een dier nodig heeft om zijn jongen groot te brengen

Slide 15 - Quizvraag