Landstede Groep

weerstand (les 3)

weerstand
(les 3)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

weerstand
(les 3)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

'Wanneer het zwaarder wordt om over de weg te rijden, zal de snelheid van een vrachtwagen afnemen.'

'Wanneer de weerstand toeneemt, zal de stroomsterkte afnemen.'

'Wanneer de weerstand afneemt, zal de spanning afnemen.'




 


Slide 4 - Tekstslide

1. Gevraagd
2. Gegeven
3. Formule: R = U : I
4. Berekening
5. Antwoord in ohm dus ... Ω

Slide 5 - Tekstslide

Een autolamp werkt op een spanning van 12 volt en trekt een stroom van 4 A. Bereken wat de weerstand van de lamp is.

Slide 6 - Open vraag

Een fietslampje werkt op een spanning van 4,5 volt en trekt een stroom van 1,5 A. Bereken wat de weerstand van de lamp is.

Slide 7 - Open vraag

Van een krultang is de spanning is 230 V en de weerstand is 34,84 Ω. Bereken de stroomsterkte van de krultang. Rond je antwoord af op 1 getal achter de komma.

Slide 8 - Open vraag

In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Slide 9 - Open vraag

Alle lampjes hebben dezelfde weerstand. De totale weerstand is 45Ω. Wat is de weerstand per lampje?

Slide 10 - Open vraag


Bereken de spanning over weerstand1 
A
18,0 V
B
3.6V
C
7,2V
D
1.8V

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de totale weerstand van de 3 weerstanden?
A
200 Ω
B
801 Ω
C
1,8 kΩ
D
Dat hangt van de spanning af.

Slide 12 - Quizvraag